Lagedijk 96
Het pand Lagedijk 96 is een éénlaags gebouw, evenwijdig aan de straat (noord-zuid georiënteerd) met tussen topgevels een zadeldak gedekt met zwart geglazuurde golfpannen. Tegen de beide hoeken aan de oostzijde zijn in verschillende fasen aanbouwen gerealiseerd.
Omdat de woning niet van binnen kon worden bekeken en daarmee ook de achterzijde ongezien bleef, volgt hier slechts een beschrijving van de voor- en zijgevels.
De voorgevel dateert vermoedelijk gelijk met de ingangspartij van rond 1800 en is gemetseld in kruisverband, met aan de onderzijde een gecementeerde plint. De centrale entree is toegankelijk via een twee treden hoge hardstenen stoep, die tevens het basement voor de gecanneleerde pilasteromlijsting vormt. De pilasters zijn voorzien van Ionische kapitelen en dragen de brede gootlijst die is uitgevoerd als een hoofdgestel. Boven de laat 19de eeuwse voordeur met gietijzeren rooster voor het raam is een rijk gesneden bovenlicht in Lodewijk XVI stijl aangebracht. Het gesneden reliëf van “De witte papier molen” in het fries dateert vermoedelijk uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Boven de entree is in het dakvlak een dakkapel geplaatst met een gebogen fronton waarin een bijenkorf is afgebeeld. De kapel is vermoedelijk ouder, mogelijk midden 18de eeuw, maar heeft wangen met meanders die uit de zelfde fase als de ingangspartij dateren (rond 1800).
Aan weerszijde van de entree is in het muurvlak een venster aangebracht, waarvan de positie, afgaand op de anderhalfsteens strekken, oorspronkelijk is. De dagkanten zijn echter verbreed voor de huidige ramen, die van oorsprong T-schuiframen waren, maar waarvan de stijl is verwijderd. Op het kozijn is een kraal aangebracht. Het overhoekse venster aan de zuidzijde bevindt zich origineel in het muurwerk en heeft een kwartrond schuifraam, dat evenals de voornoemde ramen uit het eind van de 19de eeuw dateert.
Waarschijnlijk is in deze fase ook de tweede entree aan de noordzijde gemaakt om de aanbouw aan de oostzijde via een gang te ontsluiten. Ook hier is een één tree tellende hardstenen stoep en drempel aangebracht die de houten basementen van de pilasteromlijsting draagt. De pilasters zijn gecanneleerd en hebben geen kapitelen, maar een overgangsstuk tegen de gootlijst. Naast de entree is de gevel doorgetrokken tot tegen het buurpand. De deur heeft een paneel met ingesnoerde hoeken, waarboven een bovenlicht zonder decoratie is aangebracht. Vermoedelijk bevond zich op deze hoek, voor dat de ingang gemaakt werd ook een overhoeks venster. Dit zal verwijderd zijn ten behoeve van de toegang, die daardoor haar positie half in, half buiten de gevel heeft gekregen.
De noordelijke topgevel heeft een getrapte weeg en geschulpte windveren. Op de top staat een kurketrekker makelaar. Van de twee vensters bij de zolder en de enkele bij de vliering is niet vast te stellen in hoeverre zij oorspronkelijk zijn.
Aan de zuidzijde is in de jaren dertig van de twintigste eeuw een derde, teruggeplaatste entree aangebracht om de aanbouw aan de oostzijde te ontsluiten. Deze aanbouw bestaat uit twee achter elkaar gelegen kamers die ieder een kopie zijn van de pronkkamer op het zuidwesten. De entree heeft wederom een hardstenen stoep van één trede en drempel en een paneeldeur in een rechthoekig kozijn, waarboven een luifel is gehangen. In het bovenlicht bevindt zich glas-in-lood. De gootlijst is aan de bovenzijde van de gemetselde gevel doorgetrokken.
De zuidelijke topgevel heeft staand beschot, geschulpte windveren en een geschroefde makelaar. Het venster met 1x3 2x3 roedenverdeling in het raam stamt vermoedelijk uit dezelfde tijd als de voorgevel.
Lagedijk 96 in 1869. Het woonhuis had nog een uitspringend middelstuk. Daarnaast pakhuis De Bijkorf nog met twee uitkragingen.