De beschrijving van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed luidt als volgt: gedeeltelijk bakstenen huis met ingezwenkt voorschot in Lodewijk XVI-stijl. Twee gebogen overhoekse vensters. Geheel met houten achtergevel met drie rondboogpoorten en een attiek met twee grote leeuwenmaskers.
Boven de bakstenen zijgevel links bevindt zich een dakkapel met zijmeanders. De zijvleugel is haaks en heeft een ingangsomlijsting die bestaat uit twee zuilen met compositiekapitelen en een attiek met guirlande. Het pand heeft een dubbele deur met diamantkoppanelen en een snijraam, de koperen klopper heeft de vorm van een hand.
Jacobus Cornelis Dico (1705-1794)
Van 1737 tot 1794 woonde Jacobus Cornelis Dico in het huis. Het is, gezien het jaartal, mogelijk dat hij de opdrachtgever en bewoner was, maar dit is niet zeker. Jacobus Cornelis Dico was koopman, president-schepen van de Banne Westzaan en burgemeester van Zaandijk. Hij trouwde in 1729 met Dieuwertje Vis (1699-1733). Samen kregen zij in 1731 een dochtertje: Maartje Jacobus Dico, in 1733 volgde Stijntje, zij overleed kort na haar geboorte. Dieuwertje, moeder van de beide meisjes overleed op 33-jarige leeftijd. Jacobus Cornelis Dico hertrouwde in 1734 met Maritje Claasdr. Otter (1709-?). Zij kregen samen vier kinderen: Stijntje (1735-1810), Hillegond (1737-1814), Cornelis (1738-?) en Jannetje (1740-1801). Jacobus overleed op 20 mei 1794. Na zijn dood werd het huis en erf voor fl. 4600,- verkocht door de schout Jan Evenblij ten overstaan van notaris H.C. Göbel.
Cornelis Janszn. Alberti (1767-1826)
Begin 1800 woonde in het huis aan de Lagedijk nr. 122 het gezin van de koopman Cornelis Janszn. Alberti (1767-1826). Hij huwde in 1800 te Zaandijk met Neeltje Maartens Schorel (1773-1834). Samen kregen zij zeven kinderen: Cornelis, Johannes, Stijntje, Jannetje, Jacobus, Grietje en Anna Maria. Cornelis was de zoon van de Zaandijkse predikant Johan Christiaanszn. Alberti en Stijntje Jacobusdr. Dico en de kleinzoon van de eerder genoemde Jacobus Cornelis Dico.
Mr. Dirk Donker (1794-1868)
Mr. Dirk Donker was notaris en burgemeester-secretaris van Zaandijk. Dirk begon zijn loopbaan als deurwaarder te Westzaan, haalde de benodigde papieren om het vak van notaris uit te oefenen en ruilde vervolgens van standplaats met de Zaandijker notaris. Hij trouwde in 1820 met Frederica Louisa Roorda van Eijsinga (1799-1825). Frederica en Dirk kregen een dochter IJda Catharina Donker (1821-1890). Na de dood van Frederica trouwde hij in 1826 met Grietje van Gelder. Dirk en Grietje kregen tenminste negen kinderen van wie er drie als baby overleden: Duifje (1828-1849), Dieuwertje (1829), Dieuwertje (1832-1832), Meindert (1831-1895), Pieter (1833-1899), Debora Margaretha (1835), Dirk (1838-1839), Cornelia Elisabeth (1840-1840), Alida Maria (1841).
Dirk was van 1824 tot 1850 burgemeester, maar moest het burgemeestersambt neerleggen. De nieuwe Gemeentewet schreef voor dat de beroepen burgemeester en notaris niet gelijktijdig mochten worden uitgeoefend. Zijn zoon Meindert volgde hem in 1866 op in het notarisambt.
Dirk kocht na 1850 een kapitale theekoepel uit het eind van de 18e eeuw uit Broek in Waterland. Dirk wilde de koepel vermoedelijk in zijn tuin plaatsen. Dit gebeurde niet, omdat de koepel, zoals het verhaal gaat, te groot was of in een te slechte staat verkeerde. Zijn huis werd met onderdelen van deze koepel verfraaid en deze zijn momenteel nog steeds aanwezig.
In die tijd was er nog geen bebouwing aan de Zaanzijde, een prachtige siertuin completeerde het huis met de toen nog aanwezige zijvleugel.
Houthandelaar Pieter Donker en zoon Dirk Donker
Dirk Donkers zoon Pieter (1833-1899) begon in 1854 een houthandel. In 1857 begon hij zelf hout te zagen met molen ‘Het Herderskind’ die eerder als papiermolen werkzaam was.
De beginjaren verliepen moeizaam. Kort na 1875 kwam zijn oudste zoon Dirk (1859-1914) in het bedrijf en begon het te groeien. Na de dood van Dirk in 1914 werd het huis, na drie generaties Donker, verkocht aan Jan Zwart.
Zuivelhandel Zwart Zaandijk
De gebroeders Jan (1877-1963) en Hendrik Zwart begonnen in 1915 op Lagedijk 84 een zuivelgroothandel (boter, kaas en vetten) onder de naam Fa. H. Zwart Pzn. Zij begonnen hun zaak in het pakhuisje naast de woning van Hendrik op nr. 84. Beiden waren daarvoor al werkzaam geweest bij Zuivelmaatschappij De Kroon, gevestigd pal ten noorden van de Zaandijkersluis, Jan was daar chef.
Lagedijk 84 werd echter al heel snel te klein en in 1915 kocht Jan Zwart Lagedijk nr. 122. Het achterhuis met de mooie gevel werd gebruikt voor de kaashandel maar ook deze ruimte werd al snel te klein.
Om kapitaal voor de bouw van een nieuw te bouwen pakhuis te verwerven werd in 1924 de zijvleugel en de onderliggende grond verkocht voor de bouw van een woonhuis, nr. 120.
Van de tuin aan de Zaanzijde bleef niets over en daar verscheen rond 1920, direct aan de Zaan gelegen, het zo benodigde pakhuis.
Boterkamer
Op de begane grond was aan de Zaanzijde een kantoor en aan de voorzijde de zogenaamde ‘boterkamer’. Op de eerste verdieping was de kaaszolder, lange rijen stellingen met planken tot aan het plafond die vol lagen met allerlei soorten kazen. Het transport van de kazen geschiedde via de Zaan. De boter werd in houten tonnen aangeleverd en in de laatste bedrijfsjaren tot de bedrijfsbeëindiging in 1973 gebeurde dat in houten kistjes. De bulkboter werd tot pakjes boter verkleind, ieder pakje kreeg een zilverkleurig wikkel met het bedrijfslogo ZZZ boter: Zwart & Zonen Zaandijk. Na pensionering van Jan Zwart Pzn. in 1943, vanaf 1937 was hij enig eigenaar handelende onder de naam firma Jan Zwart, werd de handelsnaam gewijzigd in V.O.F. Jan Zwart en Zonen. Pieter (1903), de oudste zoon, en Klaas (1910) de jongste zoon, namen het stokje van hun vader over. De middelste zoon Jan werd directeur van de ouwelfabriek Primus te Zaandam. Klaas vestigde zich op nr. 122, waar tot op de dag van vandaag zijn weduwe, Anna Cornelia Zwart-Vet en hun dochter Karin wonen. De dochter is de derde generatie van de familie Zwart in het huis Lagedijk 122.
Molenmakerij Saendijck
Het pakhuis werd na de opheffing (wegens gebrek aan opvolging) van de V.O.F. Jan Zwart en zonen verhuurd aan Molenmakerij Saendijck van Nico Maas en Gerrit Smit. Na hun pensionering werd de Molenmakerij onderdeel van de firma Somass. De firma Somass bleef het pakhuis huren tot zij wegens herbestemming het pand moest verlaten.
Met dank aan de dames A. en K. Zwart.