Omdat ik aanleg had een boekenwurm te worden en doordat de straat door het toenemend verkeer steeds minder speelruimte overliet, werd ik dikker, nou laten we zeggen pafferig. Ga maar naar Simson, zei moeder. Ga maar gymmen, gezond voor geest en lichaam, dat boekengedoe leidt nergens toe. Dat rijmt zei ik in een poging de ernst van haar woorden minder zwaar te maken, maar ja, ik was een veel te gezeglijk joch. Ik ging op gym. Maar eerst wilde ik nog weten, kennis is macht zei vader altijd, wie of wat die Simson was.
Domme vraag, zei vader, je kunt toch lezen, dan heb je dat zwart-rode blikje met bandenplakspullen wel eens in je handen gehad? Ja, dat ken ik, maar waarom heette dat Simson‘? Omdat het plakt en niet meer loslaat, het is heel sterk en dat was Simson ook, vandaar. De rest zoek je zelf maar op in de encyclopedie.
De lessen gym werden gegeven in het gymlokaal van mijn lagere school. Hoewel ik die vertrouwde omgeving goed kende, kwam ik er nu alleen maar om te gymmen, tussendoor waren er geen spelletjes meer, zoals bij de gymlessen op school. Daar was ik niet op voorbereid. De onherroepelijke kennismaking met al die martelwerktuigen beangstigde mij. Aan de rekstok liep het dan ook verkeerd af. Met de stang in mijn kruis en aan iedere kant een been, moest ik ronddraaien. De gymjuf bleef me maar zetten geven, terwijl de fladderende halflange pijpen van mijn broekje om de stang gingen meedraaien, ze vormden een knobbel en scheurden de hele broek open. Daar stond ik beschaamd temidden van het gelach. Gelukkig had ik een keurig onderbroekje aan, heb je schoon ondergoed aan vroeg moeder altijd als ik wegging, als ik thuis bleef hoefde dat niet. Ik ben een volhouder, zo kwam ik zelfs voor het eerst op het toneel te staan. In De Waakzaamheid. Jaarlijks werden daarin de vorderingen van de gymnastiekers ten tonele gebracht. Steenkoud was het daar, geen temperatuur voor een topprestatie. Was je klaar met je act dan ging je naar het bovenzaaltje, dat was ons kleedhok waarin we konden doorwarmen. Aan het hoekraam bij de straat was een houten, glimmende glijbaan bevestigd, de brandgang. We keken er met verlangen naar en daar is het gelukkig bij gebleven.