Historische Vereniging Koog-Zaandijk

Weeshuis aan de Kerksloot in Zaandijk

Het weeshuis van Zaandijk ging in 1967 door brand verloren. Het grote panel werd gebouwd in 1730, zoals ook het opschrift van een in de gevel aangebrachte steen aangaf. De tekst op de steen; ‘Doe men schreef zeventienhonderd en drie maal tien, lij Heijndrick Wïllenisz. van Boort den eersten stien’.

Het gebouw aan de Kerksloot bleef lang als weeshuis in gebruik, rond de eeuwwisseling woonden hier nog ongeveer negen wezen die waren toevertrouwd aan de zorgen van het echtpaar Jacobs. Onder anderen groeide de Zaanse kunstschilder Jaap Kaal hier op. In het gebouw was ook een vergaderkamer voor de regenten aanwezig en een trouwkamer.

Ook al vóór het hier afgebeelde weeshuis kon worden betrokken, bevond zich hier in de omgeving een soortgelijk inrichting. Dit eerste weeshuis, voor Koog en Zaandijk samen, werd in 1695 gebouwd en was bereikbaar via de brug van het Arie de Bruinspad. (Het Willem Kalenpad werd later het Arie Bruinspad genoemd om vervolgens op te gaan in de Willem Dreeslaan. Het pad liep waar nu het noordelijk trottoir van de Willem Dreeslaan is.)

In de regentenkamer zetelde later de Zaandijker gemeenteraad, tot in 1855 het raadhuis tegenover de Beeldentuin kon worden betrokken.
Het echtpaar Johan en Elisabeth Jacobs die rond 1916 het feit vieren dat ze 60 jaar getrouwd zijn. Zij waren weesvader- en moeder in het weeshuis

Reglement van het weeshuis

ART. 1.
Alle inwonenden in het huis, staan onder de bevelen van Regenten en van den vader- en de moeder, zoomede Regentessen.

ART. 2.
Het is aan alle inwonenden verboden, zich uit het huis te verwijderen zonder toestemming van den vader of de moeder.
Zij die de school bezoeken of die hun werk buiten het huis hebben, zijn gehonden na afloop van hun school- of werktijd, zich zonder oponthoud naar het huis te begeven.

ART. 3.
Alle inwonenden, moeten ’s avonds te acht uren in het huis zijn uitzondering hierop bestaat voor hen wier werktijd later binnen komen vordert, alsmede voor hen, aan wie de vader of de moeder vergund heeft langer uit te blijven.

ART. 4.
Overtreding van .Art. 2 en 3, kan door den vader of de moeder worden gestraft met het ontzeggen voor een bepaalden tijd, van het voorrecht van uitgaan of van het genot van andere voorrechten of voordeelen.

ART. 5.
Het is aan alle inwonenden verboden: zich buiten de Gemeenten Koog of Zaandijk te begeven, tenzij hun werk dit noodig maakt. De vader en de moeder zijn bevoegd, aan allen toe te staan zich te begeven naar een der navolgende gemeenten: Zaandam, Westzaan, Wormerveer, Krommenie en Assendelft. Vergunning om naar verder afgelegen gemeenten te gaan kan alleen gegeven worden met voorkennis van een der Regenten of Regentessen.

ART. 6.
Het opstaan en naar bed gaan wordt geregeld als volgt:

HET OPSTAAN;
voor schoolgaanden, van 1 April tot 30 September ’s morgens te zes uren; van 1 October tot 31 Maart ’s morgens te zeven uren;

HET NAAR BED GAAN:
Voor schoolgaanden, ’s avonds te acht uren. Uitzonderingen op de hier gestelde voorschriften worden gemaakt door den vader of de moeder, wanneer de omstandigheden dit gebieden. Voor alle overige inwonenden wordt het opstaan en naar bed gaan geregeld door den vader of de moeder.

ART. 7.
Alle inwonenden zijn verplicht alIes wat zij buiten ’s huis verdienen dadelijk na de ontvangst aan den vader te verantwoorden en ter hand te stellen, komende die gelden ten voordeele van de administratie over het huis. Zij genieten daarvan tien percent. Van verdiensten van zoogenaamd overwerken, zulllen zij meer percenten genieten; de hoeveelheid daarvan wordt door Regenten bepaald.

ART. 8.
Het is den inwonenden strengelijk verboden zoowel binnen als buiten ’s huis te spelen of te dobbelen om geld of geldswaarde.

ART. 9.
De spijsverdeeling wordt geregeld door Regenten en Regentessen in overleg met den vader en de moeder.

ART. 10.
De weesvader en weesmoeder verbinden zich bij de aanvaarding hunner betrekking tot naleving dezer bepalingen en zijn gehouden een exemp1aar daarvan ten bewijze van bekendheid met den inhoud te onderteekenen.

ART. 11.
De Kerkeraad en Regenten en Regentessen te zamen, houden aan zich om in deze bepalingen al die veranderingen te maken welke zij noodig zullen achten.

Vastgesteld in de gemeenschappelijke vergadering van den Kerkeraad der Doopsgezinde gemeente van KOOG en ZAANDIJK met Regenten en Regentessen van het Weeshuis toebehoorende aan diezelfde Gemeente, op den 21sten Juni 1870.

Namens den Kerkeraad,
De President J. BOETJE.

De Seeretaris J. KOUWER.

Namens Regenten en Regentessen,
De President G. HONIG Cz.

De Secretaris JAN HONIG Cz.