Historische Vereniging Koog-Zaandijk

Onderduiken

In een vorige herinnering schreef ik dat mijn broer, teneinde te ontkomen aan de “Arbeitseinsatz”, was ondergedoken bij boer Jonker in de Wijde Wormer.

Daar kwam plotseling een einde aan. Op zekere dag kwam er een Duitse militaire vrachtauto, vol met soldaten, het erf oprijden. De commandant stapte uit en liep naar achteren, waar boer Jonker, mijn broer en nòg een onderduiker uit Zeeland, aan het werk waren. De Duitser ging naar de boer toe en stelde hem wat vragen, waar hij niets van begreep. Hij riep ineens ‘Cor, kom eens hier”. “Wil jij die man te woord staan?”. Zo geschiedde en het bleek dat de Duitser groenten en fruit wilde kopen.

Toen een en ander achter de rug was, besefte boer Jonker dat de Duitser achteraf wel eens argwaan zou kunnen krijgen; immers, in die tijd was het niet gebruikelijk dat een boerenknecht had ‘doorgestudeerd’ en vreemde talen zou spreken. Hij zegde beide onderduikers de wacht aan en Cor nam de fiets en stond ’s avonds bij ons op de stoep. Paniek bij mijn ouders. De volgende dag ging mijn vader naar zijn kantoor (Goudsche Glucosefabriek, later onderdeel van de Bijenkorf) en vertelde zijn verhaal.

Groot was mijn vader’s verbazing, toen hij in de loop van die dag bij een hem onbekende collega van de Bijenkorf moest komen, die hem opdracht gaf om de volgende dag, met Cor, bij de ingang van het station in Zaandam te gaan staan en uit te zien naar een ‘man met een lichte regenjas, die een krant las. Wij gingen op de fiets naar Zaandam, Cor achterop bij mijn vader. Wij stopten aan het begin van de Stationsstraat en Cor ging alleen verder. We zagen hem met een man het station binnenstappen.

Van Cor kregen wij dagen later het verdere verhaal. De man liep, zonder kaartjes te kopen het perron op en stapte met Cor in de trein richting Alkmaar. De trein zat vol met Duitse militairen! Bij aankomst in Alkmaar stapten ze uit, de man toonde een ‘dokument’ bij de uitgang en beiden liepen naar buiten. Er zal daar wel voor verder vervoer gezorgd zijn, want Cor belde vanuit Heerhugowaard, waar hij bij kleermaker Pols onderdak had gekregen. Hij vertelde dat de begeleider een schriftelijke opdracht bij hem had om Cor op het politiebureau in Alkmaar af te leveren. Een vals papiertje natuurlijk!

Geen boerenwerk meer in Heerhugowaard. Hij, met vele andere onderduikers in dat dorp, kregen opdracht om van stof brede oranje armbanden te maken voor de ondergrondse. Het hele dorp zat vol onderduikers en aan het begin en einde van het dorp zaten op het dak van het laatste huis onderduikers, die hard op een fluit moesten blazen, wanneer er een Duitse militaire auto verscheen. Bij onraad verdwenen de onderduikers in de brede, hoge rietkragen, achter het dorp en waren dan onvindbaar.

Een paar dagen na de bevrijding is Cor weer thuis gekomen.