Het was vrijdag, héél vroeg in de morgen. Vier of vijf uur? De eerste zonnestralen kwamen mijn slaapkamer binnen. Het zou wel weer een prachtige, zonnige dag worden!
Ik hoorde stemmen, veel stemmen. Van opgewonden mensen. “Cor”, riep ik, “hoor jij ook dat praten op straat?” Cor was mijn oudere broer, en toen ik geen antwoord kreeg, riep ik mijn ouders. Ook geen antwoord. Er moet iets gebeurd zijn. Ik stapte uit mijn bed en rende naar het raam.
Ik zag de ouders van Jaap Masker en ook die van Floor Groot op de hoek van de Anemoonstraat en Leliestraat met elkaar praten en even later zag ik mijn ouders en Cor verderop met mensen praten. Ik heb me heel snel aangekleed en ben ook naar buiten gegaan. Ik hoorde luid roepen “er is oorlog; de Duitsers zijn Nederland binnengevallen”. Er kwamen steeds meer buren naar buiten, die zich ook met de discussies bemoeiden.
Je bent 9 jaar en je begrijpt nog niet wat er allemaal aan de hand is. In ieder geval zag ik veel ouders bezorgd kijken, vooral toen er enkele vreemde vliegtuigen laag over Bloemwijk vlogen, richting Schiphol. Ze waren grijs van kleur en op de zijde was een zwart kruis geschilderd. “Dat zijn Duitse vliegtuigen” riep men. Dat kruis noemde men een hakenkruis.
Bang kijkend gingen de mensen weer naar binnen en de meesten zetten snel de radio aan om van het ANP te horen wat er gaande was. Inderdaad was Duitsland Nederland binnen gevallen en WO 2 was een feit geworden. Er werden vele gevechten gemeld, maar ook bombardementen van vliegvelden rond Den Haag, maar ook van Schiphol. Er bleken ook parachutisten te zijn geland, ook in de buurt van Den Haag
De ernst van de toestand ging op dat moment aan mijn vriendjes en mij voorbij en wij waren eigenlijk alleen maar benieuwd of wij die vrijdag ‘vrij van school’ zouden zijn!
Wat ik mij uit die eerste dagen van de oorlog nog heel goed herinner, is dat er rollen plakband werden uitgedeeld door de Gemeente. De bedoeling was dat het band aan de binnenkant van de ramen beneden werd aangebracht. Wanneer er bommen in de Leliestraat zouden vallen, dan hadden we geen last van glassplinters! Achteraf dachten we wat je moest doen met dat plakband, wanneer er een bom boven op een dak terecht zou komen!