Historische Vereniging Koog-Zaandijk

Voetbal, Welpen en 7 Up. Een ontgoocheling.

Ook ik heb gevoetbald. Ooit. Natuurlijk bij Zaandijk. Over de brug, wat eigenlijk Zaandam was, maar daar trokken wij ons niets van aan, en Over het spoor, op het land van de hoeve Het Fortuin van boer Krijt. Zo ongeveer waar nu het landelijk beruchte politiebureau staat, bekend van de Zaandijkse methode.

Dat voetballen van mij stelde niet zo veel voor, hoewel ze mij aanvankelijk als midvoor hadden opgesteld….Ach, ik kreeg de bal er maar niet in. Ik herinner me een hysterisch wijf, dat van verontwaardiging stond te gillen en krijsen achter het vijandelijke doel, omdat ik zo’n mooie kans om zeep had geholpen. Tja, haar zoontje kon veel beter voetballen dan ik, vond zij. Dat zal ook wel. Maar die heeft het ook niet verder gebracht dan het derde, geloof ik.

Later ging het veel beter, in Canada, héél veel later. Maar daar was voetbal een onbelangrijke sport. En de v.v. Zaandijk heeft er nooit iets aan gehad, helaas….

Jongetjes van een jaar of acht noemt men nu de f-jes. Daarvóór had je de pupillen, een vreselijke naam. Maar wij speelden, tot ons twaalfde jaar, in de welpen. Oneindig veel mooier, maar dat mocht op een gegeven moment niet meer, want bij de padvinderij hadden ze ook welpen en die hadden het eerder bedacht, riepen ze. En de padvinderlui gingen zeker met een kort geding dreigen, want die hadden nogal veel geld, en toen moet de KNVB hebben toegegeven of zo. Kon die bond dan geen advocaat betalen? Nou ja, laat maar. In elk geval werd toen pupillen verzonnen. Wat een rotnaam.

(Ik heb het toch maar even opgezocht. Officieel heten ze nog stééds F-Pupillen. Zes tot acht jaar. Het is niet anders).

Maar….ik ben nooit pupil geweest. Ik ben een van de laatste der welpen. Het moet in het jaar 1960 zijn geweest dat wij een laatste welpentoernooi hebben gespeeld, dat plaatsvond op het Verkade-terrein, in die tijd een fraai complex geheel bekostigd en onderhouden door de gelijknamige fabrikant van koek, chocolade en andere lekkernijen. Nu is het sinds jaar en dag een onbegrijpelijk stuk woeste grond dat ik telkens weer met verbazing vanuit de trein aanschouw. Maar nu heb ik gelezen dat er over een poosje mooie huizen gebouwd worden.

Terug naar september 1960, ik zat al in de eerste van de hbs en toch nog welp. Het was een overgangsperiode. En het was 1960. Er kwamen nieuwe dingen, heel veel nieuwe dingen. En een van die dingen was 7 Up.

Eind jaren vijftig werd dat drankje in ons land geïntroduceerd en dus veel geadverteerd. Vooral met affiches en fietsenrekken. TV reclame bestond nog niet…Het was een heerlijke eerlijke tijd. Moeder kocht dat rare Amerikaanse spul niet, duur en ongezond, bah. Ergens anders kreeg je het ook niet. Het was gehuld in een waas van geheimzinnigheid: je wist niet eens hoe je het moest uitspreken! Sommigen beweerden dat er Jup (!) stond. Het bleef fascineren. You like it.. It likes you. Ik ging net naar de middelbare school, twaalf nog, net een beetje Engels gehad, je snapte het zo ongeveer. Tjeempie. Dat moest toch wel iets zijn. Toen, op een zondag, had ik dat voetbaltoernooi. Je ging er gezamenlijk met het elftal en een leider, en een paar ouders misschien, op de fiets naar toe – maar na afloop was ik alleen. Dat was iets nieuws: geen ouders of onderwijzers of leiders om je heen, nee, zo maar alleen, het was een mooie late zomermiddag begin september, en ik had geld in mijn zak. Ik denk dat pa me een gulden had gegeven en daar was nog wel zeventig cent van over! Een gevoel van oneindig geluk kwam over mij heen. Dit was mijn kans. Seven-up! Door de aloude Westzijde van Zaandam en de Raadhuisstraat van Koog peddelde ik terug naar de Lagedijk in Zaandijk waar de heer Kornet een kiosk exploiteerde. Kornetje, bij de bushalte, schuin tegenover molen De Dood; een kiosk, zoals snackbarretjes toen werden genoemd. Die had snoepgoed en ijsjes, vandaar dat –tje, wat betekende dat hij geliefd was bij de schooljeugd. Maar hij verkocht ook kroketten en ballen gehakt. Aanvankelijk geen patat. Dat vond meneer Kornet te veel werk. Daar begon hij niet aan. Hij was ook een beetje mank. En krediet, dat gaf hij niet…. Bovenaan de prijslijst stond met grote letters: Alles a contant. Keurig met accent grave op de a. Maar later leken de frites toch wel heel profijtelijk, echter zag hij de aardappeleters aan zijn kot voorbijgaan….. Toen is hij alsnog gezwicht. Dan zag je een zinken teil op de vloer staan met versgeschilde piepers, een laag schuim erop bewees dat ze al een poosje stonden te rijpen…

Zulke lekkere patat bestaat niet meer vandaag de dag.

Aan de zijkant van zijn tentje hing een emaillen reclamebord met daarop geadverteerd de door mij zo begeerde prikkeldrank. Vijfendertig cent kostte het. Ik had er wel twéé kunnen kopen. Maar dat gebeurde niet….. Ik plaatste vol verwachting mijn bestelling en gaf de uitbater twee kwartjes. Vijftien cent terug. Hij overhandigde mij het flesje, met een rietje er in. Gretig pakte ik het aan….

En zoiets vies had ik nog nooit geproefd. Het was 1960, een bescheiden zaakje als dat van meneer K. beschikte niet over koeling. Het was een wat zwoele nazomerdag, vierentwintig graden…En dat was ook de temperatuur van het mierzoete vieze spul.

Bah.