Historische Vereniging Koog-Zaandijk

Luilak

Het zal in 1963 of 1964 zijn geweest, dat het Luilakvuur op de zaterdag voor Pinksteren werd gehouden op een braakliggend stukje grond tussen ruwweg Gorterpad 15 en de Willem Dreeslaan. Ik mocht voor de eerste keer ook dit festijn meemaken. Ik was ongeveer 10 tot 11 jaar oud op dat moment. Luilak ging toen nog gepaard met het aan elkaar binden van deurknoppen en het verslepen van vuilnisbakken.

Pas veel later werd het kattenkwaad verruild voor een boosaardiger vorm, pure vernielingen. Mijn oom aan de Berkenweg ontdekte na een Luilakviering dat de vlaggenmast in zijn voortuin was omgezaagd. Dat had niets met Luilak te maken. Het feest was bedoeld om langslapers vroeg in de ochtend te wekken om erachter te komen dat de deur niet open kon, omdat deze aan die van de buurman zat vastgeknoopt. Luilak, beddezak! Opstaan geblazen, is de boodschap.

In de zestiger jaren was het allemaal nog onschuldig. Ik meen dat ik de hele nacht bij het vuur ben geweest. In de ochtend werd het licht en was het vuur afgenomen tot een grote platte koek met restanten vuur. Ik zag een baksteen liggen en pakte deze op om in het vuur te werpen. Helaas had deze steen iets te dicht bij het vuur gelegen en was gloepens heet. Ik had dan ook direct de brandblaren op mijn vingers staan. Niet getreurd, gewoon accepteren. Daarna was het wachten op 7 uur in de ochtend. Dan ging bakker Jongejans open. Kadetjes halen, vers gebakken, heerlijk geurend. Het hoorde allemaal bij de traditie in die tijd.