Op het Gorterspad zat een kruidenier, Roos had er een VéGé winkel. Als ik de kans kreeg, wilde ik ook wel eens snoep kopen. Ik had een spaarpot gekregen van de Bondsspaarbank, een blauwe spoetnik met 4 grijze antennes op een standaard. In mijn spaarpot zat wel eens wat kleingeld, je kon het er niet uithalen want mijn ouders hadden het sleuteltje. Toch had mijn vader al eens voorgedaan hoe je met een mes de muntjes eruit kon vissen. Die truc gebruikte ik dan om er een cent uit te vissen en direct om te zetten in zoetigheden.
De kruidenier was een heel klein winkeltje met blikken koek en snoep aan de linkerzijde. Onderin lagen de dropveters en die kosten een cent per stuk. Op een dag kwam ik met mijn cent bij meneer Roos een dropveter halen. Zijn vrouw reageerde vreemd, zei dat hij dat geld niet moest aannemen omdat het op straat gevonden zou zijn. Ik was overtroefd, hoezo, het kwam uit mijn spaarpot. Ik heb die keer geen dropveter gekregen. Oneerlijk hoor.