In 2019 heeft gemeente Zaanstad onderzoek gedaan naar de waarden van erfgoed uit de eerste helft van de 20ste eeuw, zoals de Rode Buurt in Zaandijk, Het Blok in Krommenie en de Rosmolenwijk in Zaandam. Op basis van dat onderzoek zijn waarderingskaarten, criteria en richtlijnen Sociale Woningbouw 1900-1945 opgesteld.
Die legt het college van Burgemeester en Wethouders nu ter inzage, waarna ze integraal worden toegevoegd aan de Welstandsnota. Wethouder Monumenten en Erfgoed Natasja Groothuismink: ‘Erfgoed maakt de Zaanstreek uniek, geeft ons identiteit. Het is dus belangrijk dat we zorgvuldig omgaan met dat erfgoed en van verschillende tijdvakken van de geschiedenis elementen bewaren. Met de waarderingskaarten hebben we daarin een hele belangrijke stap gezet. Juist voor de geschiedenis van Zaanstad zijn die arbeiderswijken heel belangrijk, want de geschiedenis van de arbeider is tekenend voor onze streek. Met de waarderingskaarten in de hand kunnen we met corporaties het gesprek voeren over de balans tussen de woningbouwopgave enerzijds en het beschermen van deze belangrijke onderdelen van de geschiedenis van de Zaanstreek anderzijds.’
Behoud van erfgoed
De waarderingskaarten maken samen met de criteria en richtlijnen inzichtelijk hoe de gemeente wil omgaan met elk van de buurten en met de bebouwing daarbinnen. Dat geeft eigenaren (zowel particuliere eigenaren als woningcorporaties en ontwikkelaars), helderheid over de bedoelingen van de gemeente als het gaat om behoud. Bovendien ontstaat op die manier voor de welstand een handvat bij beoordeling van renovatie en wijzigingsplannen voor de vroeg 20ste eeuwse sociale woningbouw. De Waarderingskaarten, criteria en richtlijnen Sociale Woningbouw 1900-1945 kunnen nu als toevoeging van de welstandnota (hoofdstuk 5: Welstandgebieden, gebied 4: Vroege uitbreidingen) en de welstandskaart worden vastgesteld. Voor met een orde 1 of 2 – hoog of positief beoordeeld – gewaardeerde buurten verandert welstandsregime dan van ‘gewogen- gewoon’ in ‘gewogen-bijzonder’.
Songül Mutluer, Wethouder Bouwen en Wonen: ‘We hebben een grote woningbouwopgave in onze stad. Het gaat hierbij niet alleen om nieuwbouw, maar ook om de kwaliteit van bestaande woningen. We willen uiteraard ook bouwen met kwaliteit en met respect voor onze geschiedenis. Met deze waarderingskaarten creëren we een duidelijk kader over hoe we om willen gaan met het erfgoed in onze stad. Want op sommige plekken willen we vanuit het perspectief van de bewoners en de woningbouwopgave snel schakelen en meewerken aan nieuwbouw. Maar met respect voor de cultuurgeschiedenis zullen we op een paar plekken kiezen voor behoud en renovatie. Als eigenaren hun vernieuwingsplannen kenbaar maken gaan we daarover in gesprek. Deze waardekaart maakt dan onderdeel uit van onze afweging.’
Bijzondere wijken
Aan het begin van de twintigste eeuw is voor het eerst gebouwd op basis van wetgeving (Woningwet 1901) en nieuwe ideeën over stedenbouw. Dat heeft bijzondere woonwijken opgeleverd die nauw verweven zijn met de industriële geschiedenis van Zaanstad. Het initiatief voor de bouw lag bij industriëlen, filantropen of bij de arbeiders zelf voor wie de woningen bedoeld waren. De stedenbouwkundige plannen die voor de wijkjes gemaakt zijn, zijn geheel verweven met het stedelijk weefsel van Zaanstad. Veel van die woonblokken zijn nu – zo’n 100 jaar later – toe aan vernieuwing. Dat geldt onder meer voor Het Blok in Krommenie, de Rode Buurt in Zaandijk en de Rosmolenwijk in Zaandam. Wethouder Groothuismink: ‘Dit maakt de vaststelling van de Waarderingskaarten, criteria en richtlijnen als beschermingsinstrument urgent en noodzakelijk. Om te voorkomen dat bij de transformatieopgave de bijzondere architectuur van sociale woningbouw, het cultuurhistorisch verhaal en de stads- en dorpsstructuur waarvan zij deel uitmaakt verloren gaan.’
In samenspraak met partners
Het rapport is indertijd ontvangen door woningcorporaties, erfgoedorganisaties en andere belanghebbenden. Ook de Waarderingskaarten, criteria en richtlijnen Sociale Woningbouw 1900-1945 zijn uitvoerig met de stakeholders besproken. Zij onderschrijven het belang om tot goede keuzes en afwegingen te komen over het behoud van cultuurhistorisch waardevolle elementen in de woonwijken uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Corporaties en huurdersorganisaties hebben wel bepleit om niet in alle gevallen te kiezen voor behoud, om ook ruimte te geven aan noodzakelijke vernieuwing. Wethouder Groothuismink: ‘Deze behoefte herkennen we. Het gaat overigens ook niet om enorme aantallen. We willen zeker niet de stad op slot zetten. Maar we willen wel zorgvuldig omgaan met ons erfgoed. Met deze waarderingskaart kunnen we vooraf keuzes maken in plaats van achteraf spijt te hebben.’