Zestig jaren geleden, mei 1960. Een opkomende nervositeit over de schoolexamens bekroop me enigszins. Achteraf bleek het resultaat bevredigend. Hoe wonderlijk ook, maar niet alleen de schoolresultaten waren belangrijk voor mij. Ook vrijetijdsbestedingen waren van belang. Dit was bepaald niet veelomvattend. Voor het eerst zonder ouders op vakantie met vrienden, maar zeker ook de belevenis van sport in mijn directe omgeving, waarbij op mijn dorp slechts voetbal en korfbal de boventoon voerden.
Nog maar net 16 jaar. Als je de schoolboeken terzijde schoof waren er altijd vrienden die een partijtje voetbal wilden spelen op een schoolveld vlak bij huis. In het weekeinde voetbalde ik bij de junioren van KFC. In die tijd bestond de jeugdsector uit welpen, aspiranten en junioren. In deze categorieën speelde ik veelal in de B of C teams en bij toernooitjes mocht ik opdraven in het hoogste A team. Mijn gevoel zei me dat ik gemakkelijk in de hoogste teams zou kunnen spelen, maar zoals veel gebeurt waren die plaatsen ingeruimd voor kinderen van leiders, bestuursleden etc.
Reeds op de ULO haalde klasgenoot Dick Lub me over om te verkassen naar de buren van de voetbalclub Zaandijk. Omdat m’n vader een fervent voetballiefhebber was, bezocht ik soms de wedstrijden van Zaandijk. Zo kan ik me de kampioenswedstrijd DEM-Zaandijk in 1953 nog wel herinneren.
Een goede vriend van mijn vader was Sjoerd Oosterbaan die samen met Engel Tuyn, de vader van Bob, een kartonnagefabriek op het Gorterspad had. Op de vraag van Oosterbaan om supporters in een bestelbus te rijden naar de kampioenswedstrijd van Zaandijk tegen DEM gaf m’n vader graag gevolg. Duizenden mensen omzoomden het veld in Beverwijk. Ik zag, met een enthousiaste Zaandijk-menigte Piet Poel met een magnifieke kopbal scoren en het kampioenschap was een feit.
Ja, m’n vader had eigenlijk altijd wel een goed gevoel bij het Zaandijker voetbal, vooral in de periode dat KFC dreigde te worden overgenomen door Bico van de Molenaars, weigerde hij geruime tijd het KFC-veld te bezoeken en bezocht ik samen met hem vele thuiswedstrijden van de Zaandijkers. Maar hij was toch altijd nieuwsgierig naar de resultaten van de Kogers. Dus ging ik aan het eind van de zondagmiddag kijken bij de sigarenwinkel van Remmert Koeman waar de uitslagen van alle Zaanse voetclubs (incl. de standen) in de etalage waren te zien. Je kan het je vandaag niet voorstellen dat groepen voetbalsupporters staan na te kaarten over hun cluppie langs te weg in Zaandijk, Koog, Zaandam, Wormerveer of waar dan ook.
Het was dan ook niet verwonderlijk, dat ik geen lange zoektocht hoefde af te leggen voor “een transfer” naar Zaandijk. Ik meldde me aan bij voorzitter Ab ten Wolde, een volle neef van mijn vader. De overstap had wel wat voeten in aarde. ‘Weet je vader hiervan?’ vroeg Ten Wolde. Ik bevestigde dit naar waarheid. Mijn vader was een rasechte KFC-er, maar wilde mijn overgang naar Zaandijk echt niet belemmeren. Toch vertrouwde Ten Wolde het niet en verwees me door naar secretaris De Zwaan. Maar hij stelde wel de eis dat hij vooraf een schriftelijke bevestiging van mijn vader wilde hebben. Telefoons waren nog niet voor iedereen beschikbaar, laat staan de hedendaagse digitale middelen.