Historische Vereniging Koog-Zaandijk

…Hoogstraat 48/50

Aan de Hoogstraat te Koog aan de Zaan staat een prachtig pand dat twee huisnummers heeft maar in 1904 gebouwd werd als één huis. Het werd gebouwd ter vervanging van een grotendeels houten huis.

1916: kadastertekening van het nieuwe huis, nr. C 37(tek. GAZ). Hoogstraat 50/48 (foto GAZ).

Dit houten huis was minder groot dan het huidige en bezat een grote tuin aan de zuidkant. Daarvoor stond op de plek van de tuin een houten huis dat een aanbouw had richting Zaan. We gaan terug in de tijd en maken kennis met de bewoners van het eerste huis, het tweede huis en de bouwer van het huidige huis.

Bewoners van het eerste huis aan weg en Zaan, sectie B nr.786 Adriaan Willemszn. Couwenhoven (1785-1836) en Jannetje Dirksdr. Ton (1785-1882)

Adriaan was eerste kantoorbediende, maar werd, na het overlijden van zijn vader, directeur van de firma ‘Couwenhoven & Comp’. De vader van Adriaan, Willem Janszn. Couwenhoven (1752-1817), werkte als oliefabrikant onder de firmanaam ’Couwenhoven & Comp.’ Dit bedrijf werkte ook met de verfmolens ‘De Valk’, ‘De Witte Veer’ en ‘De Blauwe Reiger’ in Zaandijk. ‘De Valk’ was in 1712 door Adriaans overgrootvader, die Willem Adriaanszn. Couwenhoven heette, uit De Rijp naar Zaandijk gehaald. Het was een tot oliemolen verbouwde watermolen, waarmee die nog dateerde uit de tijd van de drooglegging van de Beemster. In Zaandijk werd het een verfmolen, die tot 1833 in de familie bleef. In dat jaar werd de firma Couwenhoven & Comp. geliquideerd. Adriaan en Jannetje trouwden in 1809. Hun huwelijk was vruchtbaar: Willem (1811-1890), Maartje (1813-1840), Sija (1814-1848) en Trijntje (1816-?). Na het overlijden van Adriaan in 1836, drie dagen na de bruiloft van zoon Willem, vertrok Jannetje in 1841 naar Alkmaar met dochters Sija en Trijntje. Jannetje verkocht in 1840 het huis voor fl. 4.600,- aan Albert Kluijver.

L.: nr. B 786: het eerste huis, kadastertekening 1856 (tek: GAZ). M.: het hoge huis en het houten huis rechts ernaast, vormden tezamen nr. 786, foto uit Breebaard collectie tussen 1863 en 1878 (GAZ).

Bewoners Albert Kluijver (1819-1888) en Grietje Stuurman (1819-1880)
Vanaf 1842 staat Albert Kluijver, zoon van Jacobus Kluijver en Machteltje Honig, te boek als eigenaar van het huis. Vader en zonen Kluijver waren ook fabrikanten, zij werkten onder de firmanaam ‘Jac. Kluijver en zoon, Olie- en Koekenfabrikant’. Vader Jacobus Kluyver (1795-1843) was een zoon van Albert Kluyver en Annetje de Wit. Deze Albert (1764-1836), de grootvader van de bewoner van het huis, was mede-eigenaar van de firma Van Benthem, Storm en Kluijver. Hij liet aan zijn zoon Jacobus de pelmolen ‘De Groeneboer’ na, plus het zaadpakhuis ‘De David’ in Koog, een huis en stalling op het Koperslagerspad (later genoemd het Schoolpad) in Koog, twee stukken land, een luchthuis met wagenhuis in Koog, nog negen stukken land, de helft in de woning ‘De Toeval’ in de Beemster, een graf in Koog, 1/8ste part in het buisschip ‘De Leeuw’ in De Rijp, een schuldvordering van fl. 12.000,- een zesde deel van zijn inboedel, verder paarden en rijtuigen. De totale waarde was fl._36.670,56. Dit was een zesde deel van de bezittingen van Albert Kluyver.

De vijf verfmolens werden verdeeld onder de broers van Jacobus. Albert was in 1841 getrouwd met Grietje Stuurman. Samen kregen Albert en Grietje vier kinderen: Machteltje (1844-1924), Marijtje (1846-1924) Jacobus (1847-1917) en Anna Maria (1849-1858). De oudste dochter van Albert en Grietje, Machteltje Kluijver, trouwde met Klaas Honig, ook een oliefabrikant. Het_bedrijf schonk in 1926 haar woning: ‘het huis met de ijzeren brug’ (werd verplaatst van de Hoogstraat naar de Museumlaan) en de achterliggende grond (dat is nu het Koogerpark) aan de gemeente Koog a/d Zaan. Een jaar na het overlijden van vader Albert, in 1889, kocht Jan Crok, de oudste zoon van Theunis Crok en Trijntje Brandenburg, het huis.

Rechts op de foto Teunis Crok (1799-1866) en advertentie T. Crok: meel- en graanhandelaar en oliefabrikant (afbeelding GAZ).Pool’ staat voor het Poolse Koffiehuis alwaar de kooplieden kantoor hielden tijden hun bezoeken aan de beurs te Amsterdam. Links: zoon Jan Crok (1831-1895).

Het familiebedrijf van Theunis Crok
Westzaner Theunis Crok (1800-1866), de grootvader van Dirk Nicolaas Crok, begon als bakker, maar werd uiteindelijk graan- en meelhandelaar en oliefabrikant. Theunis was in 1823 getrouwd met de Zaandijkse Trijntje Brandenburg (1798-1866). Theunis en Trijntje kregen drie zonen: Jan (1831-1895), Cornelis (1833-1892) en Dirk (1835-1899). De zonen Dirk en Jan volgden vader Theunis op in het familiebedrijf, Cornelis werd ook oliefabrikant. Het ging Theunis voor de wind: in 1843 kocht hij oliemolen ‘De Engel’ en langzaam maar zeker breidde hij zijn oliezaken uit. Achtereenvolgens kwamen nog eens vijf molens in zijn bezit: ‘De Bonte Hen’ (1846), ‘De Boer’ (1854, maar geruild met Pieter Keg voor de pelmolen ‘De Zeilenmaker’), ‘De Samson’ (1855), ‘De Zeeman’ (1861) en ‘De Vier Heemskinderen’ (1863).

V.l.n.r.: het veerhuis, de Windhond, de Ooievaar en stoomoliefabriek ‘De Wachter’ van de firma Crok (foto: GAZ).
Dirk Nicolaas Crok (afb. GAZ). Herinneringsbord aan 40 jaar regentschap van schoonzuster Maartje Crok-Honig bij de Doopsgezinde Johanna Elisabeth Stichting te Koog aan de Zaan (foto J. Leguijt).

Bewoners Jan Crok (1831-1895) en Neeltje Vis (1829-1912)
Jan Crok kocht het huis in 1888, Hoogstraat 50. Jan trouwde in 1855 met Neeltje Vis, samen kregen zij zeven kinderen: Trijntje (1857-1934), Dirk Nicolaas (1858-1919), Teunis (1860-1922), Jan (1864-1909), Engeltje (1866-1875), Neletta Alida Maria (1867-1941) en Anna Agatha (1869-1944). Het huis werd door Jan Crok in 1889 verbouwd. Het huis had een brede stenen- en houten voorgevel. De vorm werd veranderd: het houten gedeelte van de voorgevel werd gesloopt, zo ook de aanbouw die doorliep tot aan de Zaan. Hierdoor ontstond een flinke tuin. Aan de Zaanzijde van het huis werd een grote aanbouw- en aan de Zaan een walhuis gebouwd. In dit walhuis bevonden zich een stal, een w.c. en een was/mangelkamer. In de aanbouw aan het huis werd een grote kamer, zowel beneden als boven gesitueerd. De voorgevel van het woonhuis was van steen, maar alle andere gevels waren nog van hout.

De percelen 2024 (nr. 48) en 2025 (nr. 48a) aan de Hoogstraat (tek. GAZ). In het midden de oude situatie met de serre, rechts: de nieuwe situatie waarin de serre onderdeel van trappenhuis werd.

Jans broer, Dirk Nicolaas (1835-1899), trouwde in 1864 met Antje Honig (1841-1903), zij kregen in 1867 een dochter: Trijntje (1867-1943). Deze Trijntje huwde in 1889 met Jan Cornelis Laan (1865-1934), de zoon van Jan Jacob Laan en Aaltje Vis. Jan Cornelis Laan ging in 1891 samenwerken met zijn schoonvader Dirk Nicolaas Crok onder de firmanaam Crok & Laan (thans Bunge, Loders, Croklaan).

Hun nageslacht bestond uit drie kinderen: Anna Agatha, Jan Jacob en Dirk Laan. De jongste zoon zou later bekend worden als de cineast en kinderboekenschrijver Dick Laan. Jan Cornelis Laan en Dirk Nicolaas Crok breidden het bedrijf verder uit met de aankopen van oliemolen ‘De Zoeker’ (1867) en oliemolen ‘De Rode Wachter’ (1880). Deze molen dankte haar naam aan de waakfunctie van de Schans in het gevecht tegen de Spanjaarden en het vele bloed dat daar vloeide. Hij stond bijna recht tegenover het huis op Hoogstraat 50, op de andere oever van de Zaan. In 1873 werd de molen ‘De Engel’ verbouwd tot stoomoliefabriek en vervolgens uitgebreid en in 1891 toegevoegd aan de firma Crok & Laan, zo ook molens ‘De Bonte Hen’ en ‘De Zoeker’. Dirk Nicolaas had het beheer over de molens. Na 1891 ging Jan verder met de handel in meel en granen, maar ook met de oliemolen ‘De Vier Heemskinderen’ en het op stoom aandrijven van molen ‘De Rode Wachter’ (1663-1891).

Briefhoofd van Stoom Olie Slagerij De Engel van de firma Crok Laan (tekening GAZ).

Bouwer en bewoner Dirk Nicolaas Crok (1852-1899) en Maria Elisabeth Jentink (1866-1944)
Na de dood van vader Jan Crok in 1895 werd zijn oudste zoon Dirk Nicolaas de nieuwe eigenaar en bewoner van Hoogstraat 50. Dirk Nicolaas Crok trouwde in 1889 met Maria Elisabeth Jentink. Zij kregen vijf dochters: Elisabeth Margaretha Henriëtte (1891-1950), Nelly Johanna (1894-1945), Andrea (1895-1902), Maria Elisabeth (1897-1945) en Johanna (1899-1974). Maria Jentink, geboren in Terwispel in Friesland, was de dochter van dominee Andries Jentink en Elisabeth Margaretha Henriette van Riemsdijk. Haar ouders woonden van 1903 tot 1920 in de directe nabijheid van hun dochter en haar gezin op de Stationsstraat nummer 11 te Koog aan de Zaan.

Links: het huis met aangebouwde Zaankamer en walhuis, (tekening: GAZ).
1916: kadastertekening van het nieuwe huis, rood ingekleurd (tekening GAZ).
Na 1889: nr. B. 938 voorzien van tuin, de nieuwe aanbouw en het walhuis (tekening: GAZ).
‘De Wachter’ en ‘De Herder’ (foto: GAZ).
Het in 1990 herbouwde pakhuis op de hoek van de Nieuwe Vaartkade en het Hazepad in Zaandijk (foto HVKZ).

Nieuwbouw
In 1904 liet Dirk Nicolaas het in 1889 verbouwde oude, grotendeels houten, huis slopen voor de aanbouw van het nieuwe stenen huis. De tuin werd opgeofferd voor de grote villa met aan de rechterzijkant een aangebouwde serre. Het gezin had vijf dochters en had zodoende behoefte aan flink wat woonruimte. De architect van de villa is niet bekend. In het interieur zijn anno 2020 nog diverse fraaie Art Nouveau versieringen zichtbaar. Broer Teunis Crok (1860-1922) was in 1887 gehuwd met Maartje Jansdr. Honig (1865-1944). Dit huwelijk bleef kinderloos.

Teunis nam plaats in de gemeenteraad van Koog, Maartje was 40 jaar regentes van de Doopsgezinde Johanna Elisabeth Stichting te Koog aan de Zaan. Teunis en Maartje woonden in 1887 op de Lagendijk wijk drie nr. 329, in 1922 op Hoogstraat nr. 20. Dit was het pand waar later Dr. Schuur en Dr. Walpot zich vestigden. Samen met broer Teunis (1860-1922) nam Dirk Nicolaas de leiding van het familiebedrijf de firma ‘T. Crok en Zonen’ op zich. Het kantoor van de firma bevond zich in ieder geval in het oude huis op Hoogstraat 50, of dat ook in het nieuwe huis zo was heb ik niet kunnen ontdekken. Teunis breidde, na de dood van vader Jan, stoomoliefabriek ‘De Wachter’ verder uit met een smederij (1897) en diverse andere uitbreidingen in 1903, 1909 en 1914. In 1925 werd ‘De Wachter’ geëlektrificeerd, en in 1926 weer verder uitgebreid. In 1988 werd ‘De Wachter’ uiteindelijk gesloopt.

Het koekenpakhuis ‘De Nieuwe Schans’ dat deel uitmaakte van het voormalige molencomplex, werd gered: het werd gedemonteerd in 1988 en in 1990 weer opgebouwd aan het Hazepad 39 te Zaandijk. Op de plek van ‘De Wachter’ staat nu de nootjesfabriek van Duijvis, daarnaast staat als vanouds oliemolen ‘De Ooievaar’. In 1918 verhuisden Dirk Nicolaas en Maria Elisabeth naar de Frederik Hendriklaan 47 te Den Haag, tezamen met drie van de vijf dochters. Na slechts acht maanden in Den Haag gewoond te hebben overleed Dirk Nicolaas na een korte ongesteldheid op 19 juni 1919. Na het vertrek van de familie Dirk Nicolaas Crok naar Den Haag kwam het huis in 1920 in handen van Alida Margaretha Grootes-van der Goot. Zij was in 1902 getrouwd met Meiert Gerbrand Grootes, cacao- en chocoladefabrikant, werkzaam onder de firmanaam Gebr. D. en M. Grootes te Westzaan. Het echtpaar had vier zonen. In 1920 stonden zij in het adresboek als wonende in het huis, nr. F85. Al na drie jaar verkochten Alida Margaretha Grootes- van der Goot en Meijer Gerbrand Grootes het huis aan een stel timmerlieden. Waarom zij het huis al weer zo snel verkochten is niet bekend.

Briefhoofd firma Grootes (afb. GAZ).
1923: de rechterkant had na de splitsing een eigen entree nodig, hier het vooraanzicht met de entreedeur van nr. 48.

1923: Splitsing door eigenaren en timmerlieden Pieter Evertszn. Woud (Wormer, 1881 – Purmerend, 1958) en Simon Gerbrandzn. Slooten.
Twee Wormer timmerlieden, Pieter Evertz. Woud en Simon Gerbrandz. Slooten kochten in 1923 het pand om op te splitsen. Aan de zijkant van nr. 48 werd de bestaande serre naar voren toe verlengd. Dit om het nieuwe trappenhuis mogelijk te maken. Gelijktijdig werd aan de straatkant een entreehal en toilet gemaakt. De kadastrale nummers worden C 2024 (eerst 48a, later nr. 50) en C 2025 (nr. 48). Na de splitsing worden de beide huizen verkocht. Helaas zijn er geen bouwtekeningen meer aanwezig van nr. 50.

Eigenaar De Zaanlandsche Stoomdrukkerij, voorheen E.N. Smit E.zn. kocht in 1923 de rechterhelft van de twee timmerlieden en verkocht het in 1927 door aan de vrouw van Evert Smit E.N. zn.: Johanna Margaretha de Jong (1889-1962). Johanna Margaretha was in 1911 in Krommenie met Evert Smit getrouwd. In 1928 verkocht zij het pand aan de buurman op nummer 48a, koopman Cornelis Petrus Jacobus Stam (1871-1950), die daarmee eigenaar werd van zowel de linker- en rechterhelft van het huis. De deur tussen de beide panden is vandaag de dag nog steeds aanwezig, verborgen achter een betimmering. In het pand woonde ook de huishoudster van Cornelis Stam, Johanna Rosina Maria van der Werff (1897-?), geboren in Zandvoort. Zij was een gescheiden vrouw. Dankzij zijn opvallende snor was Cornelis Stam bij de Koger bevolking beter bekend als: ‘de Duitse Keizer’. Hij was werkzaam als controleur van de oliekoekenfabriek van Duyvis, Hoogstraat 52. Na het overlijden van Stam erfden de Doopsgezinde Gemeente en de Nederlands Hervormde Gemeente zijn huis. Stam had testamentair vastgelegd dat huishoudster Johanna tot het einde van haar leven in de woning kon blijven wonen. In 1950, na de dood van Stam, woonde ‘tante Jo’, de huishoudster van Stam, op de eerste verdieping van nr. 48. In de kamer gelegen aan de voorzijde was een kleine keuken aangebracht. Haar verdieping beschikte verder over een badkamer met toilet, woonkamer en slaapkamer en de zolderkamer met de torenkamer. In 1957 stond zij nog in het adresboek vermeld, daarna niet meer. Zij was vrij streng in de omgang.

Links: de aanbouw aan de rechterzijde wordt in opdracht van mevr. J.R.M. van der Werff in 1955 door architect L. Terpstra verhoogd met een etage en verlengd aan de achterzijde waardoor er ruimte is gecreëerd voor een slaapkamer en douche beneden. De entreedeur is verdwenen naar de zijgevel, aan de voorzijde is de keuken gesitueerd (tek. GAZ).
Rechts:1958, de aanbouw met het nieuwe keukenraam en de opbouw op de aanbouw (tek. GAZ).
De nieuwe, stenen villa van Dirk Nicolaas Crok in 1915 (foto: GAZ).

Huurders
Van 1948 tot en met 1951 staat Johannes (Jan) van Delft, ingeschreven als assistent bedrijfsleider in het adresboek, wonende op nr. 48. Hij was werkzaam bij de koekfabriek van het familiebedrijf ‘Van Delft’. Hij verkocht het bedrijf dat in begin 1900 door zijn vader was opgericht en sinds 1914 in de Koog was gevestigd, in 1951 aan de Teun Oly Compagnie (T.O.C.). Zelf werd hij benoemd in de top van de Amerikaanse voedselgigant Grace. Van 1955 tot 1968 stond het echtpaar Hendrik de Wijn en Evertje van Soest in het adresboek als bewoners van nr. 48. De banketbakker en kok had zijn zaak, overgenomen van zijn vader, op Stationsstraat 7. Na zijn pensionering bakte hij nog voor zijn plezier in het schuurtje achter zijn woning. Hij deelde de lekkernijen regelmatig uit bij het gezin Stuurman, die daar uiteraard van hebben genoten. Anno 2021 is Banketbakkerij De Wijn nog steeds onder deze naam en op hetzelfde adres te vinden.

Briefhoofd H. de Wijn, (afb. GAZ).

Eigenaars en bewoners vanaf 1972
In 1972 verkochten de Doopsgezinde Gemeente en de Nederlands Hervormde Gemeente nr. 48 aan Mr. Edzard Herman Engelkens en Isabella Maria Kuyper. Mr. Engelkens was lid van de raad van bestuur van Koninklijke Scholten-Honig B.V. in Groningen. Hij woonde in Haren en na de fusie met Honig (de Bijenkorf) had hij een pied-à-terre gerealiseerd op nr. 48. Hij ontving daar de gasten van het bedrijf. In 1978 werd het pand vervolgens eigendom van gemeenteambtenaar Willem Friso Taapken en zijn vrouw Eleonara Stachelhausen. Op het moment van aankoop woonden ze in Voorschoten. De heer Taapken was het hoofd van de afdeling plantsoenen van de gemeente Zaanstad en had de euvele moed gehad om het dak van het torentje te slopen. De prachtige windwijzer en de gebeeldhouwde meeuwenkoppen van de dakspantjes lagen nog jaren in zijn tuin. Zij verhuisden naar Bergen en namen de spullen mee. In 1988 kochten Willie Petrus Marie de Potter, wiskundeleraar en Elisabeth Johanna Koning, antiquair, het huis. Potter was niet gemakkelijk voor zijn omgeving, hij leed aan manisch-depressieve buien. Nadat zij naar Drenthe waren verhuisd werden in 2001 Aernout Santen, jurist en zijn toenmalige vrouw Caroline Albers eigenaar van het pand. Zij hebben voor een periode van ongeveer vijf jaar een B & B gerund in een kamer aan de tuinzijde. Caroline was ook actief met haar bedrijf ‘De Vrolijke Taart’. Zij bakte in opdracht taarten en organiseerde kinder-feestjes. Aernout en Caroline hebben samen een zoon.

In 1923 kocht Cornelis Stam het pand van de twee timmerlieden. Hij ging er zelf, met zijn huishoudster, in wonen. ‘Geen vrees voor angst’ was een uitspraak van de man.

Huurders en later eigenaars: Hendrik Jan Herbert Schaap en Tineke Stuurman en hun zoon Koen Schaap.

Na de dood van Stam huurde vanaf 1952 het echtpaar Hendrik Jan Schaap (1919-1992), schade-correspondent bij een verzekeringsmaatschappij, en Tineke Schaap-Stuurman (1918-2001) het huis nr. 48a. Tineke was de jongste dochter van de cacaofabrikant Jan Stuurman en was een verdienstelijke schilder. Tineke trouwde in 1946 met Hendrik Jan Schaap. Het gezin Schaap telde vier kinderen.

Links: Stuurman Cacao, gelegen op het Kalf te Zaandam, rechts: aquarel van het uitzicht op Hoogstraat 50 op Hoogstraat/Jan de Wittestraat/Koogerpark van uit het bovenraam, schilderes Tineke Schaap-Stuurman (afb. GAZ).

Stuurman Cacao
Jan Dzn. Stuurman (1870-1951), zoon van Dirk Stuurman en Grietje Gierkes, trouwde in 1896 met Grietje Stam (1872-1952). In maart 1908 richtte Jan Stuurman zijn bedrijf te Koog aan de Zaan op. Hij produceerde en handelde in cacaoboter, -poeder en – massa. In april 1940 werd de bedrijfsnaam gewijzigd in N.V. Cacaohandel en Industrie v/h J. Stuurman Dzn. In januari 1959 werd het Stuurman Cacao N.V. en in november 1972 in Stuurman Cacao B.V. In 1979 werd het bedrijf overgenomen door Gerkens Cacao industrie B.V. Vanaf 1986 produceerde het alleen nog cacaomassa als toelevering voor Gerkens. (zaanwiki.nl).

Eigenaar/bewoner Coen Schaap
Vanaf 1984 woonde Coen Schaap samen met zijn uit Bergen afkomstige vrouw, Annemarie Schaap-Vos, het pand. Zijn ouders verhuisden naar de Museumlaan. Het gezin van Coen en Annemarie telt drie kinderen. Coen en Annemarie waren beiden werkzaam in het onderwijs. In december 2019 overleed Annemarie Schaap-Vos.

Dank aan de behulpzaamheid van de huidige bewoners!