In 1997 wordt onder leiding van Harry van Engelen in Wormer gestart met de vervanging van de lijnen 22 en 23 door een nieuwe productielijn, lijn 20. Lijn 21 geldt daarbij als voorbeeld, maar ADM wil bij vernieuwing ook zoveel mogelijk voorbereid te zijn op toekomstige ontwikkelingen. Daarom worden tijdens het project voortdurend nieuwe mogelijkheden onderzocht en waar mogelijk toegepast, het beleid uit het Herstructureringsplan volgend. Lijn 20 zorgt voor een capaciteitsverdubbeling, waardoor ook in het traject ervoor en erna aanpassingen moeten worden gedaan. Omdat Koog gebruik maakt van overcapaciteit in de Perserij in Wormer, die na realisatie wel wordt benut, moeten ook in Koog aanpassingen plaatsvinden. Eind jaren negentig gebeurt er in technisch opzicht ongelooflijk veel in de productie. E&l heeft te maken met de vele ontwikkelingen in de automatisering. Aan de mechanische kant wordt alles wat overtollig is of in de weg zit aangepakt, want het moet eenvoudiger en veiliger. Bovendien is er in de periode voor de overname door ADM achterstallig onderhoud ontstaan.
In 1997 zijn teams van in- en externe medewerkers onder leiding van Frank Klaassen (Wormer) en Hans Bleijendaal (Koog) begonnen met de realisatie van het SattLine systeem, ter vervanging van het tien jaar oude Honeywell systeem. Elk productieapparaat wordt aangesloten op SattLine en is terug te vinden op het scherm. De Brekerij in Koog is de eerste die ermee gaat werken. De twee door de warmtekrachtinstallatie in Koog overbodig geworden stoomketels gaan de stoomketel in Wormer vervangen. Deze is te klein voor de nieuwe lijn 20 en voldoet niet meer aan milieunormen. Daarvoor moet het ketelhuis flink worden verbouwd.
Op 1 mei 1998 wordt een stoomketel van Koog naar Wormer getransporteerd, onder politiebegeleiding en met inzet van een van de grootste kranen van Nederland. In week 34 van 1998 start het heien voor de nieuwbouw van lijn 20 en daarmee voor een heel ander productieproces: de vroegere productie met batchmakers maakt plaats voor een continu proces. Er komt een indirect gestookte brandertrommel. Dat betekent dat er een ander product uitkomt.
Producten en productontwikkeling
In de beginjaren zijn cacaomassa en cacaoboter de belangrijkste producten; cacaopoeder is een bijproduct dat onder andere als veevoer wordt verkocht, maar weinig oplevert. In de jaren vijftig neemt “de Zaan” het voortouw bij de ontwikkeling van de poeders en geeft er toegevoegde waarde aan met behulp van de uitvinding van Van Houten: het alkaliseren (‘Dutch process’ of ‘Dutching’). Er wordt een matrix ontwikkeld van gealkaliseerde poeders, naast naturel poeders. Sommige poeders konden (en kunnen) alleen door Cacao De Zaan worden geproduceerd. Al snel maken de poeders van “de Zaan” naam. In 1975 gaat zo’n 60 procent van de productie naar Amerika. Er zijn dan ongeveer 150 types. Uit kosten- en efficiencyoverwegingen is dit aantal in de jaren negentig teruggebracht naar circa 90. De poeders zijn onderverdeeld in ‘black’, ‘rode’, ‘helder rode’ (ZR) en S-poeders. De S-poeders (special) van “de Zaan” hebben zo’n heldere, mooie rode kleur en goede cacaosmaak, dat ze sinds de jaren zeventig de standaard zijn voor cacaoproducenten en -afnemers. In Wormer worden daarnaast MR-poeders gemaakt. De BMO is in 1983 speciaal gebouwd om ‘state of the art’ rode poeders te maken. “De Zaan” is hierdoor minder afhankelijk van de origine van de bonen. In de jaren tachtig en negentig is “de Zaan” zich ook gaan toeleggen op speciale poeders voor de zuivelindustrie en voor ontbijtproducten (cereals). Momenteel bestaat het productenpalet uit: naturel, licht, sterk, rood en donkerbruin gealkaliseerd helder gelecithineerde poeders.
In Berlijn wordt bij de voormalige Kascho-vestigingen massa geproduceerd voor de chocoladeproductie bij de vestigingen in Berlijn en Dijon en voor klanten, maar de productielijnen zijn verouderd. In 1999 besluit ADM Cocoa de massaproductie over te brengen van Berlijn naar Koog en Wormer. Met deze stap begeven de Nederlandse locaties van ADM Cocoa zich ook op de massamarkt. ADM Cocoa is nu een belangrijke leverancier op de gespecialiseerde massamarkt. In 2006 heeft ADM Cocoa bovendien de chocolademarkt betreden, met de overname van Classic Couverture in Liverpool, producent van industriële chocolade. In 2009 wordt de Duitse chocoladefabrikant Schokinag overgenomen (vestigingen in Mannheim en het Belgische Manage). Het merk deZaan staat nu voor een compleet cacao-aanbod: massa, boter, poeder en chocolade. Bij de ontwikkeling ervan heeft microbioloog Hans Kattenberg een voorname rol gespeeld, maar ook bij GMP en HACCP en bij trainingen over onder andere hygiëne.
‘Cocoa manuals’
In 1969 verschijnt het ‘witte boekje’: ‘cacaopoeders voor industriële verwerking: kwaliteitskenmerken en specificaties’. Het is een unicum in de cacaowereld: een boek waarin specificaties en analysemethoden worden beschreven en waarin wordt uitgelegd waar de gebruiker van cacao op moet letten bij het beoordelen van de kwaliteit. Het boekje is geschreven door Dr. E.H. Meursing, hoofd van het laboratorium, en zijn medewerker Ir. J.L. Terink. De heer Meursing is algemeen erkend expert op het gebied van cacao en cacaoproducten. Hij heeft veel onderzoek gedaan, in zijn werk bij Cacao De Zaan en daarbuiten, en daarover gepubliceerd. Zo heeft hij de naam “de Zaan” tot een begrip gemaakt over de hele wereld. Via het witte boekje worden de “de Zaan”-producten gepromoot en onderscheidt Cacao De Zaan zich van de concurrentie, onder andere door zich op subtiele wijze af te zetten tegen het kunstmatig steriliseren. Het witte boekje wordt gevolgd door een paar groene boekjes, de tweede en derde uitgave van ‘Cacaopoeders voor industriële verwerking’. Elke uitgave bevat meer informatie. De boekjes worden in meerdere talen uitgegeven en wereldwijd verspreid. Na de pensionering van Dr. Meursing in 1989 wordt de traditie door verschillende medewerkers voortgezet. In 1993 verschijnt ‘The cocoa manual’, in 1999 ‘The De Zaan Cocoa Products Manual’ en in 2006 ‘The De Zaan Cocoa Manual’. In de editie van 1999 worden de producten van alle ADM Cocoa-bedrijven behandeld. De zevende uitgave verschijnt in 2009 onder de naam ‘deZaan Cocoa & Chocolate Manual’. Deze uitgave is uitgebreid met hoofdstukken over chocolade en over duurzame cacao. Steve Laning is verantwoordelijk voor de bewerking en heeft hem opgedragen aan de heer Meursing, die in juni 2008 is overleden.
Research & Development
In Research kijkt men specifiek naar producten; Development richt zich op de processen om (kwantitatief en kwalitatief) optimaal te produceren. Cacao De Zaan heeft tot de reorganisatie in 1993 veel geïnvesteerd in Research & Development. Daarna zijn de investeringen verminderd. De afdeling PSD vormt de brug tussen klant en fabriek. Ook na de overname door ADM nemen de investeringen in R&D niet toe, maar vanaf 2010 is dat veranderd met de oprichting van het Advantage Center. In dit Center of Excellence komt het nieuwe applicatielaboratorium. Het biedt meer mogelijkheden om het gedrag van cacao- producten in eindproducten te onderzoeken. Er zullen seminars worden gegeven voor (internationale) klanten over alle aspecten van cacaoproducten en hun gebruik in voedingsmiddelen. Hans Groot en zijn team van PSD nemen het Advantage Center eind 2011 in gebruik. Ook in R&D wordt meer geïnvesteerd. In 2012 wordt in pand Nefkens een nieuwe pilot plant geïnstalleerd voor experimenten die leiden tot nieuwe processen en nieuwe producten. Onder leiding van Ron Heistek is R&D druk bezig met de voorbereiding ervan.
In week 37 van 1998 gaat de BMO ‘plat’ voor een grootscheepse verbouwing, waaraan in volcontinudienst een week wordt gewerkt. De cyclonen worden dichter bij de brandertrommels geplaatst en de afdichtingsringen van de trommels, die veel ergernis veroorzaakten, worden vernieuwd. Er kan nu met veel hogere temperaturen worden gebrand; daardoor wordt een hogere doorzet bereikt. Eind mei wordt het Zaan-scheepje op de locaties Wormer en Koog vervangen door het logo van ADM Cocoa.
Bron: De Zaanklok – Personeelsblad van Cacao de Zaan/ADM 1951-2011