Charles S. van Tuijl heeft van 1962-1973 bij de NV Drankenindustrie Raak gewerkt. Over de periode in Koog aan de Zaan van 1963-1969 schreef hij een aantal artikelen.
Mijn eerste baantje bij een super grote im- en export-maatschappij, duurde maar anderhalf jaar. Een duffe toko waar de jongere generatie werd uitgebuit tegen fl. 125 per maand, contant in een papieren zakje.
Ik solliciteerde in februari 1962 op een advertentie van A. Bruinsma’s Advocaat- en Limonadefabriek in de Johann Siegerstraat 6 op het industrieterrein Amstel te Amsterdam. Ik werd door de administrateur per 1 april aangenomen als jongste bediende op een propvol kantoortje waar plaats was gemaakt voor zeven personen inclusief de directeur en oprichter Anton (Ton) Bruinsma (1921). Ingewerkt door de toenmalige secretaresse en het opnemen van de telefoon werd één van mijn taken.
Mijn kennismaking met de baas vond eerst na een paar dagen plaats en zette direct de toon hoe de verhoudingen lagen in dit bedrijf. Na het plichtmatig handen schudden ging de telefoon. Ik nam op en startte de mij geleerde begroeting met de voornoemde bedrijfsnaam. Direct voelde ik priemende ogen mijn richting op komen. “U moet zeggen: Goedemorgen, Drankenindustrie Raak!”. Dat was, zo bleek mij later, het gevolg van de recente verkoop van het bedrijf aan de N.V. Cacaofabriek de Zaan waarvan de toen heersende Huysman-telg op zoek was naar expansie/diversificatie en Bruinsma naar geld om zijn ideeën te realiseren en de expansieve groei te financieren. De secretaresse keek schuldbewust en ik leerde dat iedereen met “U “werd aangesproken door de directie, inclusief ik als 16-jarige. De huiverende blikken van de andere collega’s maakten duidelijk dat deze baas de wind er goed onder had. Een baas waarmee niet viel te spotten. Een anekdote uit die tijd die illustratief is:
Promotietoer
Op zaterdag werd er nog tot 13 uur gewerkt, ook op kantoor. Het bedrijf beschikte over een aantal Renault vrachtwagens in diverse kleuren die, behalve een draaiend raak flesje op de cabine, waren voorzien van een huif over de laadruimte. De zaterdagochtend werd door de expeditieafdeling gebruikt voor “reclame rijden”. Er werden houten schotten gebruikt waarop de zijkanten van de houten limonadekratjes waren getimmerd. Onder de huif gemonteerd leek het net of het vol beladen vrachtwagens waren alleen nu met een lager brandstofverbruik want “oans bin zunig”. In colonne werd een promotietoer gereden door het centrum van Amsterdam waarbij Bruinsma de bijrijder was in auto 1. Op het Leidseplein had een politieagent het lef om halverwege de colonne zijn stopbord (oei, nostalgie !) om te draaien. Auto 1 stopte midden op het plein en de bijrijder stapte uit om de hermandad met een paar flesjes Raak Sinas te bewegen de hele colonne door te laten. De smeris weigerde, kreeg een oplawaai en de hele colonne vervolgde haar weg …….!
Moraal (?): niemand stopt Bruinsma in zijn missie om van zijn limonadefabriek de grootste te maken……! Zijn gedrevenheid hierbij overschreed vaak grenzen, hoofdzakelijk verbaal. Bruinsma verstond de “kunst” om iemand met zeer weinig woorden tot in het diepst van z’n ziel te kwetsen.
Literfles
De koudste winter van de 20e eeuw 1962/’63 bleef het bedrijf nog in Amsterdam terwijl de oude koekfabriek van Jan van Delft aan de Hoogstraat 54-56 in Koog aan de Zaan gereed werd gemaakt om de limonadefabriek te gaan huisvesten. Er werd een geheel nieuwe bottellijn geïnstalleerd die een capaciteit kende van 20.000 literflessen per uur. Iets volstrekt nieuws want tot dan werden slechts flessen van 0,7 ltr als grootverpakking in de frisdranken-industrie van Nederland gebruikt. Alle grote merken zouden dit voorbeeld volgen. Raak bediende in Amsterdam vele gerenommeerde horecacliënten zoals o.a. het Hilton; Americain en Krasnapolsky en zou dit vooralsnog ook vanuit Koog a/d Zaan blijven doen. Aan de horeca werden niet enkel de eigen producten geleverd maar ook artikelen van derden zoals koffie- en chocolademelk als ook alcoholhoudende dranken. De begane grond van de panden op de foto werd als voorraadruimte gebruikt voor deze serviceartikelen. De eerste etage van het lage gebouw op de voorgrond -dat in 1972 werd gesloopt- was in gebruik als kantoorruimten voor de productiegebonden functionarissen. Later werd hier nog een gebedsruimte toegevoegd ten behoeve van de Spaanse en Marokkaanse productiemedewerkers.
De eigenlijke productieruimte stond in het gebouw links (niet op de foto) en grensde daarmee aan de kavel van Hoogstraat 58, de apotheek/drogisterij Groesbeek. Op de etage van dat gebouw (dat anno 2013 nog bestaat) was de siroopkamer gevestigd. Hier werden de producten naar eigen receptuur samengesteld en via r.v.s.-leidingen naar de productieruimte daaronder geleid. De grondstoffen werden met een heftruck naar de etage getild. De kratten met gevulde limonadeflessen gingen met diezelfde heftrucks over de rijweg van de Hoogstraat naar de overzijde.
Op dat toen braakliggende terrein (de huisnummers 39, 41 en 43 werden naar de Zaanse Schans overgebracht) waren Romney-loodsen geplaatst waarin de verkoopklare producten werden opgeslagen. Na de verplaatsing van het bedrijf naar Koog aan de Zaan kwam, mede door de introductie van de literfles, het accent meer te liggen op de levensmiddelengroothandel. Maar de horeca werd nog steeds niet vergeten. Er werd gedurende de eerste jaren in Koog a/d Zaan ook nog limonadesiroop en advocaat gemaakt. Een toch wel komisch voorval hierbij vond plaats in februari 1964:
Koninginneadvocaat
In de siroopkamer was zojuist een bad van 2.000 liter frambozensiroop geproduceerd en via de leidingen naar de bottelruimte geleid. De volgende taak was het stoken van advocaat en daartoe werd een grote hoeveelheid eierstruif in dat bad gedumpt. Oei, foutje! Men was vergeten dit bad, na de siroopproductie, te reinigen. Op zich geen bedreiging voor de volksgezondheid maar gele eierstruif en frambozensiroop geeft een oranjekleurige advocaat wat toch wel vreemd aandeed. Bruinsma beschouwde het bedrijf nog steeds als zijn eigendom en reageerde als een spuwende vulkaan. (Zijn verbale erupties werden door velen gevreesd) Briesend kwam hij op kantoor kond doen van deze grote kostenpost. Enkelen waren hiertegen zo getraind dat er geen verdere olie op het vuur moest worden gegooid. Door mij werd toen de badinerende opmerking geplaatst dat het binnenkort toch Koninginnedag zou worden ………. Bruinsma beende schouderophalend weg naar zijn kantoor. Korte tijd later bleek toch dat hij speciale etiketten had laten maken en ging de oranje advocaat als Koninginneadvocaat naar de Spar-kruideniers. Een jaar later kwamen er nabestellingen. Helaas! Eénmalige aanbieding!
Behalve Raak Sinas in literflessen werd in Koog aan de Zaan tevens London Tonic in literflessen geproduceerd, alles bestemd voor de levensmiddelengroothandel. Zoals eerder gesteld werd de horeca ook nog vanuit Koog bediend. De kleinverpakkingen konden hier echter niet meer worden gebotteld. De oude productielijn hiervoor werd vanuit Amsterdam aan een bevriende grossier toebedeeld die de verdere productie van de kleine flesjes op zich nam (en later ook de distributie). Lang heeft die connectie met de horeca vanuit Koog aan de Zaan niet geduurd.
De omzet bleef onstuimig groeien zodat uit het oogpunt van efficiency hieraan geen tijd meer kon worden geschonken. Ook het wagenpark met Renault vrachtwagens kon de expansie niet bijbenen. Er werd in Koog aan de Zaan nog wel een eigen DAF vrachtwagen gekocht maar het merendeel van de transporten werd overgenomen door gecontracteerde expediteurs die over grote vrachtwagens met aanhangers beschikten en die met een vorkheftruck snel konden worden beladen. Een productie van 20.000 literflessen per uur betekende wel circa 320 pallets van 40 kratten per werkdag van 8 uur. Introductie van ploegendiensten werd al snel onvermijdelijk.
De financiële administratie werd gehuisvest in het houten huisje op nummer 47, t.o. het fabrieksterrein. Links hiervan stond een stenen woonhuis waarin de productiechef woonde. Beide panden werden inmiddels gesloopt. Rechts van het houten huisje loopt de grenssloot tussen Koog aan de Zaan en Zaandijk en is nog een deel zichtbaar van de toenmalige drukkerij P. Out in Zaandijk. In de voorkamer zat de grootboekadministratie en de kassier; in de tussenkamer stond de boekhoudmachine, in de achterkamer de directeur A. Bruinsma met zijn secretaris, later secretaresse. Uiteraard niet in 1 persoon vertegenwoordigd. Rechts, in de lage uitbouw, zat een keukentje en het archief. In 1966 werd rechtsachter een nieuwe uitbouw gemaakt voor de toen nieuwe afdeling Debiteuren / Facturering. Met name de wijze van factureren had de enorme expansie sedert het vertrek uit Amsterdam niet bij kunnen houden. Het systeem was als volgt: Na een bestelling werden de bestelde goederen gefactureerd middels een “Paragon-bloc”. Dat bestond uit een metalen box waar onderin een stapeltje kettingformulieren in duplo zaten die middels een schuif naar het schrijftableau werden geleid. De kant en klare factuur voor het geleverde werd door de cliënt voor ontvangst getekend en de kopie ging terug naar kantoor. De frisdrankenindustrie kende echter ook het fenomeen “retouremballage”. De creditnota hiervoor werd door de chauffeur/bezorger opgemaakt en berekend. Maar een chauffeur is geen boekhouder en dus volgden er vaak correctienota’s om de gemaakte fouten te corrigeren. Ook de tenaamstelling en het gehanteerde handschrift zorgden voor steeds meer problemen. Er werd contact gezocht met Aspa, de kantoorboekhandel uit Zaandam van A. Spaander. Ook dat bedrijf groeide onstuimig in deze tijden van welvaart. In Bilthoven hadden zij een nieuwe dochtervennootschap die geheel gericht was op het automatiseren van administratieve processen.
Factureringsprobleem
Laat u, de geachte lezer, nu niet het woord “computer”‘ door het hoofd schieten want zover waren we nog lang niet in 1966! Toch bood ASPA een oplossing voor het factureringsprobleem met een apparaat wat er aardig op begon te lijken. Het bestond uit een teakhouten bureau waarop een elektronische IBM-schrijfmachine met een kogelkop was geplaatst. Links zat een kastje waarin een waaiervormige cassette was geplaatst. In die cassette zaten maximaal 100 kunststofstroken die zich het best laten omschrijven als stukjes ponsband. Al naar gelang een ingevoerd artikelnummer werd er 1 strookje uit de waaier in een lezer gebracht waarop de schrijfmachine begon te ratelen en een factuurregel typte met de hoeveelheden, de artikelnaam; de prijs per eenheid en de berekening van de emballage.
De retouremballage werden eveneens op de factuur vermeld als min posten. Na een bezoek van een vrachtwagen kreeg de cliënt dus 1 complete factuur. De Paragon-blocs bleven doch nu enkel voor afleveringsbonnen en retourbonnen. Het hele proces werd ook nog eens vastgelegd op een ponsband uitvoer. Eens per maand werden die ponsbanden naar een rekencentrum in Tiel gebracht. Daar stond een gigantische computer met een oppervlakte van 80 m² (uw laptop thuis kan tegenwoordig 100x zoveel) die hiervan verkoopstatistieken maakte.
Niet enkel Raak groeide snel, ook Cacao de Zaan had steeds meer ruimte nodig. Maar die was er niet meer. Alle denkbare kunstgrepen hadden al plaatsgevonden: De volle kratten gingen niet meer per heftruck over de Hoogstraat naar de overkant maar vanuit de bottelruimte via een brug over de weg. De steeds maar groeiende hoeveelheden emballage werden op dekschuiten in de Zaan hoog opgetast. Het werd een onhoudbare toestand. Ook met 3-ploegen diensten kon niet meer aan de vraag worden voldaan. Hier moest iets gebeuren.
Cacaofabriek de Zaan werd in 1964 overgenomen door de Amerikaanse onderneming W.R. Grace & Co. Tot verrassing van laatstgenoemde zat hieraan een limonadefabriek vast. Lang was het onzeker of Raak bij de koop in zou zitten. Na een uitgebreid onderzoek van hun interne accountantsdienst werd Raak uiteindelijk een directe dochter van Grace & Co. en bleken de Amerikanen bereid hierin verdere investeringen te doen.
Aan een volgende verhuizing viel niet te ontkomen. Er werd een plan uitgewerkt voor het bouwen van een geheel nieuwe fabriek wat een investering zou vergen van 20.000.000 gulden Daartoe werd in 1968 een terrein van 50.000 m² aangekocht aan de Reactorweg 69 op het industrieterrein Lage Weide te Utrecht, langs de autosnelweg A2. De ruimtenood aan de Hoogstraat in Koog aan de Zaan was zo hoog opgelopen dat direct na het passeren van de koopakte bij de notaris er een begin werd gemaakt om grote hoeveelheden lege emballage naar dit toekomstige bouwterrein te verplaatsen.
Op bovenstaande foto is te zien dat de fundering er al ligt. Op de achtergrond ziet u tevens de immense hoeveelheden lege emballage waarvoor in Koog a/d Zaan geen plaats meer was. In mei 1969 vond de officiële opening plaats en vertrok de N.V. Drankenindustrie Raak na 6 jaar uit de Zaanstreek. De productiecapaciteit kon flink worden opgevoerd. In de nieuwe fabriek stond een super moderne “high-speed bottellijn” te wachten met een capaciteit van 30.000 literflessen per uur. De bottellijn uit Koog werd naar deze fabriek overgebracht zodat de totale capaciteit werd opgevoerd tot 50.000 literflessen per uur. Ook dat bleek nog niet genoeg want binnen een jaar werd er nog een “high-speed bottellijn “aan toegevoegd.
Oprichter en directeur Anton Bruinsma had zijn doel bereikt. “Zijn” limonadefabriek werd in 1970 de grootste frisdrankenfabriek in Nederland. Wat hij in 1945 op 50 m² in de Groen van Prinstererstraat in Amsterdam was begonnen met een zeer lage suikertoewijzing (na de oorlog op de bon) was onder zijn leiding uitgegroeid tot de grootste van Nederland. Hij bracht daartoe grote offers, zeker in de privésfeer, en eiste van zijn personeel een grote inzet en accuratesse. Zijn verbale erupties waren berucht en je moest stevig in de schoenen staan om hieraan weerstand te bieden. Goede prestaties beloonde hij uiteindelijk ruimhartig. Hij was een man die zijn schouder tussen een deur zette. Als directeur van de grootste frisdrankenfabriek zwaaiden de deuren voor hem open. Dat beviel hem niets! Hij keerde het bedrijf in 1972 de rug toe en retireerde in Zuid-Frankrijk. Daar overleed hij op 30 april 1984 op 63-jarige leeftijd.
Vele bedrijven hebben hun sporen achtergelaten in de geschiedenis van Koog aan de Zaan. Bij Raak is dit niet het geval. Daarvoor waren de zes jaren verblijf aan de Hoogstraat te kort. Toch denk ik er nog met weemoed aan terug, al was het maar door de mooie dochters van overbuurman Groesbeek (drogisterij Hoogstraat 58). Tja, daar had ik toen de leeftijd voor …….