Ik kwam regelmatig bij een vriendje op de Parkstraat aan huis. We gingen samen met zijn ouders en zusjes in de Kever naar het strand in Wijk aan Zee, soms naar de duinen in Castricum.
Altijd wel weer een uitstapje. Bij dit gezin kwam, ik meen op de woensdagmiddag, een ventende visboer langs. Ik ken hem alleen onder de naam: “Ome Dirk”. Ome Dirk nam de bestelling op en leverde deze af, maar wel onder het genot van een Zaans bakkie troost met twee koekjes erbij. Toch was deze man geen doorsnee venter. Waarom? Nou, dat zal ik eens even uitduien. Als hij op zijn ronde dit gezin aandeed, dan mochten alle kinderen, en ik als huisvriendje ook, zijn portemonnee uit zijn broekzak op z’n kont vissen. We mochten er allemaal een stuiver uit pakken voor een ijsje of andere versnapering. Dat was wel een heel bijzondere ervaring voor die tijd.
Ome Dirk verkocht ook verse paling, ook aal genoemd. De moeder van mijn vriendje vroeg mij op enig moment of ik wilde mee-eten. Wat schaffte de pot? Paling! Nou was mij een gerookte paling wel bekend, een lekkere hap, dus aanvaardde ik de uitnodiging. Tijdens het avondeten kwam ik er achter dat het begrip “Gerookte Paling” en gestoofde aal met aardappelen en roombotersaus toch mijlen ver uit elkaar lagen……..
Na een stevige discussie met een geboren en getogen Zaandijker, kwam visboer Ome Dirk niet boven water. Ik heb de vader van mijn vriendje indertijd afgelopen week maar eens gebeld. Een man van nu 85, werkte indertijd op de postkamer van Honig. Hij gaf me het verlossende antwoord: Dirk Bleij had een zaak in Koog aan de Zaan, tegenover de Lindenboomschool. Weer een “raadsel” opgelost.
Ik mag nog steeds graag een stukje gerookte paling op een toastje serveren, dat gaat erin als twee koekjes bij de koffie bij mijn gasten. De stoofaal staat niet meer op mijn menu. Toch herinner ik me dat de vader van mijn vriendje een zeer lekkere haringsalade kon klaarmaken, op zaterdag, met zure haring, aardappelen, zilveruitjes, augurkjes. Bedankt Jaap!