Oma Huig was toch wel een bijzondere vrouw. Toen ik haar, begin 1928, beter leerde kennen moest ik toch wel wennen aan haar eigenaardigheden. Maar het omgekeerde zal ook wel het geval zijn geweest. Ik was een vreemde eend in de grote bijt van de Huigenfamilie en ik voelde dat moeder Huig daar wel wat moeite mee had. Ik was enig kind en kwam in een verzameling van meningen en opvattingen terecht, waarbij werd verwacht dat ik mij wel zou aanpassen.
Wat het gezin, Vader, broers en zusters betrof, daarmee had ik geen enkele moeite. Ik kende ze allemaal door hun lidmaatschap van de zwemclub ‘Nereus’. Maar met moeder lag dit anders. Zij was niet bijzonder hartelijk, had weinig of geen gevoel voor humor, was altijd bezig met de verzorging van een gezin van elf personen. Vooral dit laatste, dat besef je pas als je zelf een gezin hebt gehad, al was dit eigenlijk een gezinnetje, namelijk vier stuks.
Voor moeder was het de zorg om de dagelijkse verzorging, zeven dagen in de week. Denk je eens in, alleen al de was voor elf mensen, zonder wasmachine, centrifuge en de andere gemakken die wij nu kennen en als vanzelfsprekend beschouwen. Ook het strijken en alles controleren om te zorgen dat iedereen er tip-top uit zou zien. Daar stelde zij hoge eisen aan. Maar de zwaarste taak was haar ‘penningmeesterschap’ van de familie. Dit zal haar wel eens een slapeloze nacht hebben bezorgd.
De leeftijden van de kinderen liepen nogal uiteen. De oudste was drieëntwintig toen de jongste werd geboren. Dit alles gaf ook weer een andere benadering van de verschillende leeftijdsgroepen. Oma Huig die, vanaf de lagere school welke zij met lof had doorlopen, graag ‘schooljuffrouw’ had willen worden maar daarvan op doktersadvies [?] vanaf moest zien, beschikte, geloof ik, toch wel over bijzondere pedagogische gaven, die zij op haar manier voortreffelijk wist te hanteren.
Toen dochter Mies en ik nog in een pril stadium onze relatie waren begonnen, gebeurde het dat Mies, als zij van kantoor kwam, voor haar moeder een boodschap moest doen. Maar er was niet aan gedacht dat ik het meisje van mijn dromen uit kantoor zou halen en wij samen nog een half uurtje zouden omfietsen, waardoor de opdracht van de boodschap totaal zou worden vergeten. Thuis gekomen werd Mies meteen aan de opdracht herinnerd en zij moest erkennen deze totaal te hebben vergeten. Wat was moeder Huigs reactie? “Ja, zo gaat het, vreemd gaat voor eigen! “Ik kende deze uidrukking niet, maar ik heb het moment nooit vergeten, omdat deze uitspraak in mijn aanwezigheid werd gedaan. Deels was ik trots, dat ik degene was die haar knappe dochter vroeger of later zou trouwen. Aan de andere kant voelde ik ook moeder Huigs teleurstelling dat Mies niet met een betere partij dan een slagerszoon was komen aanzetten. Ik heb het haar nooit kwalijk genomen, omdat, ondanks haar mogelijke teleurstelling, mijn illusie werkelijkheid was geworden. Bovendien werd onze relatie er een van wederzijdse waardering, waarvoor ik nog altijd dankbaar ben.
Een andere eigenaardigheid van Oma Huig was haar reislust, maar dan moest er onderweg wel iets te zien zijn waarover zij had gelezen, want van lezen kon zij eigenlijk nooit genoeg krijgen. Zelfs toen zij meer dan een eeuw oud was en geen moeilijkheden met het zien had, nog kritisch boeken kon lezen en ook de dagelijkse berichten in de krant op de voet volgde. Zo herinner ik mij dat wij, Mies en ik, Oma een keer meenamen naar Eindhoven. Naar Lien en Hugo. Toen ik haar ophaalde vanuit ‘Parkzicht’ in Koog aan de Zaan, zei zij tegen mij: “Kees, vind je het goed dat ik ‘De Zaanlander’ meeneem? Dan heb ik onderweg wat te lezen, want de weg naar Eindhoven ken ik zo langzamerhand wel. “Natuurlijk was er geen bezwaar en Oma installeerde zich breeduit op de achterbank met haar krant en op de plaats van bestemming aangekomen, zei zij heel verwonderd: “Zijn wij er nu al? “Zo was Oma Huig.
Als je, op hoge leeftijd, negen kinderen hebt die stuk voor stuk over een auto beschikken, dan moet het al raar lopen als er niet voor vervoer kan worden gezorgd als je ergens heen wilt. Toch ging dit een keer mis. Zij zou een keer naar Jans en Piet in Hengelo, maar door een toevallige samenloop was er niemand van de autobezitters, die haar daarheen kon rijden. Geen nood, ze kreeg een ticket van de N.L.H. voor een vliegreis vanaf Schiphol naar vliegveld Twente. Daar zou zij worden afgehaald. Alles was geregeld en Oma kwam in het vliegtuig te zitten. Vol verwachting van alles wat zij vanuit de lucht zou kunnen zien. Maar ook de teleurstelling kwam. Eer Oma goed en wel op haar plaats zat en de riem was losgemaakt, waren zij al een heel stuk op weg naar Enschede. Zij had zich er zo op verheugd, maar van uitkijken kwam niets terecht. “Wilt u uw riem vastmaken, mevrouw? “kwam de stewardess vragen, “Want we gaan zo dadelijk landen. “Aldus geschiedde. Oma boekte niet voor de terugtocht, want om zo hoog in de lucht niets te zien, daar had zij geen goed woord voor over. Zo was Oma Huig.