Toen de tweeling was geboren kreeg moeder een wasmachine, een groot rond ding dat in de schuur werd geplaatst, in de keuken paste hij niet. Eerst moesten er een paar emmers warm water in worden gekieperd, dan verschoof moeder een hendel en begon een driebladige schoep het wasgoed heen en weer te slaan.
Goed, die wasmachine was er voor de kleding en lakens, voor ons was er niets. Nou ja, een koude kraan bij het aanrecht, de stop op de afvoer, wat warm water in de bak, mengen met koud, dat was onze wasgelegenheid.
Je haar kon je alleen wassen met hulp van moeder die steelpannen met lauw water vulde en over je hoofd uitgoot. Als de shampoo ontbrak zag ze er niet tegen op een handje Vim te gebruiken. ‘t Prikt, riep ik. O, dat is zo over, wel stilhouden je hoofd
anders…
Al die narigheid verdween toen ik oud genoeg was om alleen naar het badhuis te gaan. Met een stuk sunlightzeep in de opgerolde handdoek, stapte ik daar binnen. Een wasem van zeepresten en afvoerputten sloeg me tegemoet.
In de wachtkamer zaten vier mensen. Ik zocht een plek en zonder dat ik het wilde begon ik die mensen uit te kleden. Geen opwekkend beeld, hoewel, dat meisje in de hoek zag er aardig uit, ‘ strengeltjes en een mooi lijfje met van boven al enige welving. Ja, echt aantrekkelijk, ook zonder kleding, daar was ik van overtuigd. Toen ik haar in de ogen keek, sloeg ze die meteen neer. Ook dat vond ik aardig, nog verlegen voor die gerichte aandacht van mij. Of wilde ze die gluurder afstraffen?
Wie heeft er nog geen kaartje, vroeg de beheerder. Ik stak mijn vinger op. Een bad of een stortbad? Een douche, zei ik. Dat wordt deur 9, als die vrijkomt.
Ik stond nog geen 5 minuten te badderen toen daar op de deur werd geklopt: nog 5 minuten, riep Sint. Oei, dat wordt nog haasten.
Ik kwam klam thuis met natte haren. Eerst maar even kammen, zei moeder. Ze pakte een stoel, liet mij daarop zitten, ging voor mij staan, heel dicht tegen mij aan en begon te kammen. Ik voelde haar boezem.
Zo, klaar, hier de scheerspiegel van pa, hoe vind je het?
De scheiding zit aan de verkeerde kant, moe.
Daar liet ik het bij, want moeder was even mijn badhuismeisje geworden en haar wilde ik dat niet kwalijk nemen.