Piet-Hein Zijl is een liefhebber van schaatsen. Op weg naar een schaatswedstrijd in Heerenveen in de trein schreef hij zijn ervaringen op en maakte er een gedicht van.
thialf heerenveen op weg erheen
zat bij mij een decemberdag een tweeslachtig heer uit amsterdam
confronterend zijn elfstedenkruis en of ik wat te matten had
behalve wanneer hij het over zijn twee katten had
of moederlief in marum mobiel belde ?hai mam?
naast hem kwam een behoeftige aan contact en nicotine
zette haar kat-in-?t-bakkie op de lege plek naast mij reeds de eerste stop
beest dat ik niet zag maar wel hoorde klagen in zijn of haar vitrine
en herkende elfengejammer dat zij nooit zou mogen op
geruisloze buizen in gestroomlijnd lijf als van annette g.
flitsend suizen boven wit kunstijs gelijk s.groothuis dee?
of minstens zo snel op d? inrijdbaan zo blauw aj erben w.
mijn stem wilde van ?schaatsmeisje ik houd van jou!? maar nee
tijdens terugtocht via zuid naar west beschreef ik snel ?t heden
droeg rijmloos nog bij zwolle voor in ?t volle treincompartiment
ontving applaus en wist: vandaag geen scheve schaats gereden
tegen reisprijs en entree het goud als zeg maar elf verdiend, ik zweefde
in zesenvijftig echter aan de stille gammerkade was ik bijna baggerlijk
had dwars door lokkend brandwakijs bijkans vergetelheid ontdekt
druipstinkdroplul, ik, op ?t benarde nippertje beschaamd gewekt
door buurvriend gagie, uit onze eigen willem barentsz thialf in zaandijk
tien was ik
geen elf