Van vrijdag 2 september tot en met zondag 11 september vierde Zaandijk het 500-jarig bestaan. De regen plensde van de lucht die vrijdagavond 2 september 1994, maar desondanks verzamelden vele honderden Zaandijkers zich rond de Beeldentuin om de openingsceremonie van ‘Zaandijk 500’ mee te maken. De toon was daarmee gezet.
Het weer zou op het eerste gezicht gedurende tien dagen nauwelijks meewerken aan het slagen van de feesten, maar steeds opnieuw werd gelijktijdig geconstateerd ‘dat het succes eigenlijk alleen maar groter was doordat de mensen onder deze omstandigheden toch in zo grote getale en zo vrolijk telkens weer kwamen opdagen. ‘Dat typeerde de wijze waarop de Zaandijkers het feest ondergingen: ze wilden het en vierden het voor honderd procent.
Kort voor de feestweek officieel werd geopend, vergaderde het algemeen bestuur van de organiserende Stichting Zaandijk 500 om de laatste puntjes op de i te zetten. De sfeer was uitgelaten vrolijk. Het hele dorp was inmiddels al uitbundig versierd en het bestuur constateerde ‘dat het feest nu al niet meer kon mislukken’. Die Stichting Zaandijk 500 moet hier overigens met nadruk worden genoemd. Onder de vlag ervan werkten honderden Zaandijkers maandenlang ontelbare uren samen. De lof voor de geslaagde feestweek komt in de eerste plaats deze vrijwilligers toe.
Maar het waren niet alleen de mensen die bij de organisatie waren betrokken die het feest deden slagen, dat waren daarnaast toch vooral de inwoners van Zaandijk die met geweldig enthousiasme aan de feestelijkheden deelnamen. Tijdens de openingsceremonie constateerde Zaanstads burgemeester J. Bruinsma-Kleijwegt (kort voor zij het burgemeesterschap van Zaandijk overdroeg aan Stichtingsvoorzitter Jan Duijvis): ‘Zaandijk heeft zijn eigen identiteit weten te bewaren. Dat wordt bewezen door de manier waarop u dit feest viert. Wekenlang al ziet Zaandijk er bijzonder feestelijk uit. Niet alleen het oude deel, maar ook Rooswijk. Opvallend is de versiering in Rooswijk-Noord, waarmee bewezen is dat ook deze nieuwste woonwijk zich voelt met geheel Zaandijk. Dat kan alleen maar als de gehele bevolking achter deze feesten staat.
Gedurende de tien dagen die de feestelijkheden in beslag namen, werd deze constatering telkens weer herhaald: de Zaandijkers wilden het feest en vierden het ten volle. Daardoor kon het succes ervan zo ongekend groot worden. Bij al die verschillende concerten, voorstellingen, danspartijen en tentoonstellingen zag het telkens weer zwart van de mensen, dikwijls verscholen onder paraplu’s, maar breed lachend, want het was hun feest.