Nog even de Tollenstrijd. In het jaar 1929 kregen wij van velerlei kanten steun, het bestuur zag zich genoodzaakt een kaartje uit te geven. Hierop was de kortste tolvrije weg van Amsterdam naar Alkmaar aangegeven, die dus buiten de Zaanstreek om ging. De pers in ons land publiceerde dit en de A.N.W.B. verleende ons medewerking door op zijn borden aanwijzingen te geven. Zelfs in de tuin van de heer T. Duyvis E. Gzn. tegenover de Stationsstraat te Koog mocht door ons een bord worden geplaatst om de verdwaalde automobilist aan een tolvrijeweg te helpen.
De eerste, die sneuvelde, was de tol in Krommenie. In juni 1930 werd dankzij de medewerking van de raad de tol op de Krcommenierrijweg -beter gezegd de Krommenieer Veerbrug opgeheven. Honderden ballonnetjes gingen daar de lucht in en de populaire tolgaarder A. de Boer werd met een krans gehuldigd. Aan het eind van dat jaar ging de Zaandijker tol de geschiedenis in. In de oudejaarsnacht werd door de VVV een groots vuurwerk op een rij dek afgestoken. De volgende dag werd in een grote begrafenisstoet, waarin ruim 100 auto’s meereden, de Zaandijker tol ter ruste gelegd.
De stoet stelde zich op de Burcht in Zaandam op, waar aansprekers rouwkaarten uitreikten. De belangstelling was uiteraard enorm en de landelijke pers schonk veel aandacbt aan het feit, dat onze vereniging erin geslaagd was in 1930 twee beruchte tollen op te ruimen.
De actie, door het bestuur ondernomen om de handtrekponten bij de Hembrug te vervangen, had op den duur ook succes. Zonder dat het hestuur zich op de borst sloeg, mocht worden geconstateerd, dat er met ons rekendng werd gehouden. De stoompont werd in de vaart gebracht. 15 mei 1931 deed de eerste elektrische trein op het baanvak tussen Amsterdam en Alkmaar z’n intrede. De VVV was er als de kippen bij op elk Zaans station een grote lauwerkrans te deponeren met in, het midden een gedrukte kaart, waarin de directie hulde werd gebracht voor haar initiatief. Vele en velerlei activiteiten werden in de eerste vijf jaren en daarna ontwikkeld.
Ook het eigenlijke VVV-werk had zich uitgebreid. In vele buitenlandse tijdschriften werd door middel van korte beschrijvingen en advertenties de aandacht voor de Zaanstreek gevraagd. Vele dagtoeristen reisden naar onze streek. Ook Amsterdammers gingen een dagje naar ‘Japan’, zoals de hoofdstedelingen de Zaanstreek plachten te noemen. Op de Zaandammer boot en de Alkmaar Packet kon men tripboekjes kopen om tegen verminderde prijs het Czaar Peter huisje, het museum in Zaandijk en nog enkele bezienswaardigheden te bezoeken.
Specialiteiten Zaans wiekje
Om de dagjesmensen wat te kunnen laten kopen, dat “iets Zaans” was, werd overleg gepleegd met de Zaanse banketbakkers. Er werd een wedstrijd uitgeschreven om tot een specifiek Zaans koekje te komen, dat de naam van onze streek verder moest uitdragen. Een damescomité onder leiding van het bestuur van de afdeling Zaanstreek van de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen keurde in een van de bakkerijen in Zaandam de inzendingen, daarbij door deskundigen terzijde gestaan. Zo werd het Zaanse Molenwiekje geboren.
Aan het einde van 1932 bij het afsluiten van het eerste lustrum kon het bestuur met voldoening constateren, dat het initiatief van de heer Dinkelberg was geslaagd. Door spectaculair aan de weg te timmeren en ruim baan voor de dagtoerist te maken, had de Zaanse VVV haar nut ruimschoots bewezen en bereikt, dat ons land, -maar ook het buitenland- wist, dat een bezoek van een of meer dagen aan de Zaanstreek de moeite waard was.