De familie Mulder heeft een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van Zaandijk. Gerrit Janssen Mulder was geen geboren Zaankanter. Hij was een Oostfries, geboren in een dorpje in de buurt van de stad Leer in Duitsland. In het huis met de mooie “ijspegel” windveren werden Jan en Neeltje Mulder geboren. Zij waren de kinderen van Gerrit Janssen Mulder en Aagje Cornelis Brandenburg.
Vader Mulder
Gerrit Janssen Mulder was geen geboren Zaankanter. Hij was een Oostfries, geboren in een dorpje in de buurt van de stad Leer in Duitsland. Na een aantal jaren als stuurman gevaren te hebben ging hij, na schipbreuk geleden te hebben, werken voor het handelskantoor Tholen. Zo kwam hij naar Nederland om o.a. het bevel te voeren over de oliemolen ’t Huis Assumburg, De Poelsnip en later ook de Bonte Hen. Nadat zijn eerste vrouw, Trijntje Gerrits Houttuin met wie hij in 1820 was getrouwd, overleed trouwde hij in 1829 met Aagje Cornelis Brandenburg. Hij nam twee kinderen uit zijn eerste huwelijk mee: Willem en Titia. In 1830 kwam Jan en in 1833 Neeltje ter wereld en bestond het gezin uit 6 personen.
Wethouder
Nadat de molens van de firma Tholen in andere handen waren overgegaan werd hij een succesvolle korenfactor (graanmakelaar). Daartoe had hij enige pakhuizen in Koog en Zaandik in zijn bezit. In 1850 liet hij zich naturaliseren tot Nederlander. Hij was een geachte ingezetene en was actief als gemeente-raadslid en wethouder van Zaandijk. Daarnaast was hij achtereenvolgens kerkmeester, diaken, ouderling en lid van het college van notabelen van de Ned. Hervormde Gemeente te Zaandijk.
Dokter Jan Mulder
Jan Mulder werd huisarts. Hij liet zich inschrijven als student in Leiden in 1850, in 1856 studeerde hij aldaar af. Na het bezoeken van diverse klinieken en ziekenhuizen in Praag, Parijs Berlijn en Wenen, alwaar hij private cursussen volgde, promoveerde hij in 1857 in de verloskunde. Hij werkte vanaf 1857 als huisarts in de praktijk aan de Lagedijk 82 te Zaandijk. Wegens gezondheids-klachten moest hij in 1887 noodgedwongen stoppen met zijn praktijk.
Dr. Mulder maakte in 1873 een treinreis naar Duitsland en Oostenrijk met zijn vrouw. Juffrouw Cornelia Maria Vis reisde ook mee en maakte een reisverslag van deze trip.
Demping van de sloten
Hij heeft zich, naast zijn drukke werkzaamheden in de praktijk, veelvuldig ingespannen voor het verbeteren van de volksgezondheid. Zo ijverde hij voor het verbeteren van de woonomstandigheden in Zaandijk. De sloten waren behalve vaarwater ook open riolen, waardoor de bevolking, volgens hem meer dan elders, getroffen werden door epidemieën. Hij streed daarom voor de demping en voor het aanleggen van een duinwaterleiding.
Sociaal en bewogen man
Dr. Jan Mulder was, naast zijn beroep als arts, ook lid van het hoofdbestuur van het Witte Kruis en de geneeskundige raad van Noord Holland, wethouder van de gemeente Zaandijk, lid van de raad van beroep bij de ongevallenwet, president notabel bij de Ned. Herv. Kerk, voorzitter van het Wezenfonds, etc. etc.
Hij zorgde in deze hoedanigheden o.a. voor de vergroting van het Weeshuis, de aanleg van de Zaandijker bad- en zweminrichting (1877) en de bouw van het “volksbadhuis” (1906) in de Kerkstraat.
Zaandijker Bad
De Zaanlandsche Bad- en Zweminrichting werd opgericht op 5 september 1876. Het zwembad bevond zich ter hoogte van gemaal het Leven. Het bad was het eerste openluchtbad van de Zaanstreek en werd in juni 1877 geopend. Men kon er zwemmen maar ook baden (koud bad, warm bad of wisselbad). Daarvoor zette men enkele badkuipen klaar. Het was niet toevallig dat het zwembad op de grens Wormerveer-Zaandijk stond. Eind 19e eeuw was zwemmen alleen toegestaan buiten de bebouwde kom. Gemengd zwemmen was niet aan de orde, door een uitgestoken vlag, blauw voor mannen en wit voor vrouwen, wist men wie er aan de beurt was. Geen vlag betekende dat het bad gesloten was. Het bad was bij de opening piepklein n.l. 15×7 meter en telde negen kleedhokjes. Later werd het vergroot.
Eerbetoon
In 1886 nam Dr. Jan Mulder de zogenoemde armenpraktijk van de gemeente over. Bij zijn patiënten, die hem op handen droegen, pleitte hij bijvoorbeeld voor handhaving van de burenplicht bij ernstige ziekte. Zaandijk heeft hem geëerd door in Rooswijk een straat naar hem te noemen.
Huwelijk met Jacob Honig Jansz. Jr.
Op haar 22e trouwde Neeltje met de weduwnaar Jacob Honig Janszn. jr. (op dat moment 39 jr.). Uit zijn eerste huwelijk met Aagje Kerbert waren drie kinderen geboren, waarvan er één al op twee jarige leeftijd was overleden. Neeltje werd, door met Jacob te trouwen, gelijk moeder van de twee kinderen, een zoon en een dochter, uit het eerste huwelijk. Hij was achtereenvolgens Papierfabrikant, Makelaar commissionair, Assuradeur, Wethouder en Burgemeester van Zaandijk, Historicus en Geschiedschrijver van o.a. “het Zaanlandsch Jaarboekje (1841) en de geschiedenis der Zaanlanden” 1849.
Verzamelaar
Echtgenoot Jacob was een verwoede verzamelaar van alles wat Zaans was. Boeken, prenten, porselein, zilver, penningen, gebruiksvoorwerpen, etc. etc. Zijn verzameling zou in 35 jaar uitgroeien tot een omvangrijke collectie. Hij was de stichter van de Zaanlandse Oudheidkundige Verenging. De collectie werd voor het eerst in 1874 door zijn zoon Gerrit Jan in het Gemeentehuis van Zaandam tentoongesteld. Deze expositie was een enorm succes en inspireerde tot het zoeken naar een geschikte ruimte voor de collectie.
Het duurde echter tot 1892 voor men enkele zalen van het Zaandijkse Raadhuis kon gebruiken als expositieruimte. In 1940 werd Lagedijk 80 ingericht als “Oudheidkamer”. De collectie is thans in het Zaans Museum ondergebracht. De sluis van Zaandijk werd bij de heropening in 1996 de “Jacob Honig sluis” gedoopt.
Jeugdherinneringen
Neeltje (toen al 76) schreef het boek “Uit den goeden ouden tijd”. Het beschrijft haar jeugdherinneringen omstreeks 1840. Het speelt zich grotendeels af rond het Weeshuispad. Op 18 december 1908 hield Neeltje een voordracht over haar jeugdherinneringen tijdens een openbare bijeenkomst van het Departement Koog-Zaandijk der Maatschappij tot Nut van het Algemeen. Zij las voor uit notitieschriften, die uiteindelijk de basis vormden voor het te verschijnen boek.
Prachtig tijdsdocument
Het boek werd in 1912 voor de eerste maal gedrukt, er volgde een tweede en een derde druk. Neeltje heeft door haar goede geheugen en schrijfkunst een prachtig tijdsdocument achtergelaten dat heden ten dage nog de nodige ver- en bewondering van de lezer wekt. De inhoud is opgedeeld in hoofdstukken over Woning en Bewoning, Kleding, Het Kind, Dienstboden, Postwezen, Familie- en Vriendenkring, Bruiloftsgewoonten, Onze Buurt, Familie- en Geslachtsnamen, Uitstapjes en Vermaken, IJsvermaak, Begrafenis- en Rouwkleding, De Geneeskunde en haar Dienaars, Onderwijs en Herinneringen op Kerkelijk gebied.
Neeltje heeft gelukkig nog mee mogen maken dat de eerste druk van haar boek bijzonder snel werd uitverkocht.
Een geliefd persoon
Op 80- jarige leeftijd overleed Neeltje. Zij was een bijzonder geliefd en gewaardeerd persoon. Volgens een stukje in De Zaanlander, van 30 november 1912, woonde er in haar door kwalen ondermijnd lichaam een levendige geest die zich bij voorkeur bewoog op het gebied van al wat Zaansch was en met de Zaanstreek in verband stond. Op geschiedkundig gebied het spoor van haar overleden echtgenoot Jb. Honig Jzn. Jr. volgend heeft zij veel gedaan voor de instandhouding van de “Zaanlandsche Oudheidkamer”, een stichting die haar dierbaar was en waarmee zij daadwerkelijk heeft getoond hare woonplaats en de Zaanstreek lief te hebben en hoog te schatten.
Bronnen en foto’s: de Beeldbank van het Gemeentelijk Archief, mevr. C.W. Honig, het boek “Uit den Goeden Ouden Tijd”.