Het had niet veel gescheeld of de Zaandijkersluis had niet meer bestaan. Vanuit zijn woonkamer heeft Luc Ooms uitzicht op het Bannehof.
Doorzetter
De voormalige tandarts heeft het gemeentehuis gebouwd zien worden. De sloop van dit pand zal hij binnen enkele jaren ook meemaken, want Inverdan wordt de nieuwe locatie van het bestuurlijk en politiek toneel. In 1971 heeft hij zijn riante woning gekocht en vijf jaar later is die plek aan de Sluissloot voor hem definitief zijn woon- en werkplaats. Het water van de sloot stroomt de ene kant de polder in en aan de andere kant in de Zaan. Helemaal vanzelfsprekend is dit niet.
Weinig heeft het gescheeld of de Zaandijkersluis zou tot het verre verleden behoren. Maar in september dit jaar wordt het vierhonderd-jarig bestaan gevierd van de in 1996 gerestaureerde sluis, die de officiele naam ‘Gerrit Jan Honigsluis’ draagt. Aan zijn keukentafel zit Luc Ooms met een glimlach van oor tot oor. Hij geniet er dagelijks van dat de sluis nog bestaat. Vooral ’s zomers, dan varen mensen met hun bootjes langs zijn huis.
Tandarts
De Zaandijker zit op het puntje van zijn stoel om ‘het’ verhaal te vertellen. Zijn pretogen, verscholen achter brillenglazen, verraden een enorme strijdlust en gedrevenheid. Hij strijkt de handen door zijn haardos en steekt daarna van wal. ,,Ik kom oorspronkelijk uit Wormerveer, dus ik ben een gladoor. In Zaandam zat ik op de Jedelooschool. Op die ambachtschool leerde ik bankwerken. Daarna studeerde ik door als Hts’er. Bij Heineken werd ik hoofd technische dienst in Congo, waar ik ruim twaalf jaar heb gewerkt. In 1976 kwam ik terug naar de Zaanstreek.
In dat jaar besluit Luc Ooms te studeren voor tandarts. Vanaf 1982 heeft hij zijn praktijk aan huis, totdat hij 66 jaar werd. Het zit er dan voor hem op, maar stilzitten kan hij niet. Een dag in de week oefent hij zijn ‘oude’ beroep uit in de verpleeghuizen Guisveld en Oostergouw. In Purmerend is hij als tandarts werkzaam bij de instelling Kadijkerkoog (Prinsenstichting) en in Rwanda is hij bezig met een kliniek. ,,Zij hebben daar slechts elf tandartsen voor acht miljoen mensen.”
Nu of nooit
Nieuwsgierig als hij is verkent Luc Ooms begin jaren zeventig zijn nieuwe leefomgeving Zaandijk. Tot zijn grote verwondering is de Zaandijkersluis dan in slechte staat. Om deze sluis aan de Lagedijk open te houden is 30.000 gulden per jaar nodig, verneemt hij destijds van de Zaandijkse burgemeester Oosterbaan. Kennelijk is dat bedrag te veel van het goede, want tijdens de bouw van het nieuwe gemeentehuis het Bannehof gaat de sluis dicht. De tandarts stelt een brief op waaraan een handtekeningenactie is gekoppeld, maar dit mislukt door zijn eigen tijdgebrek.
In 1991 start de bouw van Rooswijk, naast het Bannehof. ,,Het is nu of nooit dacht ik”, zegt Luc Ooms. Tijdens inspraakrondes pakt hij zijn kans. Hiervoor gebruikt de Zaandijker onder meer het argument dat de bruggen niet hoog genoeg zijn om boten er onder door te laten varen of in wintertijd schaatsers doorgang te bieden. Het gemeentebestuur blijft bij het besluit om de Sluissloot te dempen en de Zaandijkersluis te sluiten.
Pissig
In opdracht van Luc Ooms stelt aannemer Korver geheel vrijwillig een begroting op om zowel de sloot als de sluis te behouden. De geschatte kosten zijn circa 125.000 gulden. Toenmalig PvdA-wethouder Margreet Horselenberg laat het initiatief drie jaar liggen.
Luc Ooms: ,,Ik was enorm pissig en wilde daarom burgemeester Hannie Bruinsma Kleijwegt spreken. Zij vond ons idee fantastisch en zette het onderwerp weer op de agenda in de gemeenteraad. Daar was ik blij mee.
Zaanse ambtenaren maken vervolgens een rapport, waaruit op te maken is dat zij de sluis dicht willen gooien. De renovatiekosten zijn volgens hen 800.000 gulden en twee miljoen gulden voor nieuwbouw. Dit is een groot verschil met de begroting die Korver eerder heeft opgesteld.
Renovatie
Hij laat het er niet bij zitten. Luc Ooms stapt naar de toen verantwoordelijke wethouder Rens Berkhout (VVD), die gewillig luistert naar het betoog van zijn gast. ,,Hij zag de redelijkheid van onze plannen in, maar zei er geen verstand van te hebben. Wij kregen een gesprek met de ambtenaren die het rapport hadden gemaakt.”
Onnodige kosten voor de renovatie van de sluis gaan van tafel. De heren weten het bedrag terug te brengen naar 280.000 gulden in plaats van de eerder genoemde 800.000 gulden. Aannemer Korver bekijkt alles nog eens kritisch en komt tot de conclusie dat de scharnieren van de sluisdeuren niet vervangen moeten worden.
,,Als ze boven water goed zijn, dan zijn de scharnieren onder water helemaal goed, dat verzekerde hij mij. De uiteindelijke kosten werden teruggebracht naar 180.000 gulden”, vertelt Luc Ooms nu triomfantelijk.
Heropening
In zijn praktijk spreekt de tandarts destijds veel met zijn patienten over de renovatieperikelen. Hij weet hen zelfs te bewegen om stukjes te schrijven voor de krant. ,,Mensen zochten naar goede argumenten.†De aandacht voor het behoud van de Zaandijkersluis wordt groter en groter, zodat het gemeentebestuur niet anders kan dan in te stemmen met de renovatie. Op 24 augustus 1996 vindt de heropening plaats. Voor Luc Ooms en zijn medestanders is de overwinning binnen, maar de klus is nog niet klaar.
De ‘Stichting Vrienden van de Zaandijkersluis’ wordt opgericht. Sindsdien is het beheer van de sluis in handen van deze organisatie in nauwe samenwerking met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. ,,Ab Rijken zocht naar vrijwilligers, die wilden helpen. Hij vond ze. Vorig jaar kwamen 3000 boten door de sluis. Wie door de sluis wil betaalt een euro, vertelt Luc Ooms trots.
Volgens hem mag de inzet van Jan Duijvis niet onvermeld blijven. Hij heeft de feesten georganiseerd voor het vijfhonderd jaar bestaan van Zaandijk, waarbij de sluis centraal heeft gestaan. Toch kan de stichting extra hulp gebruiken. Men is op zoek naar nog een sluiswachter die op afroep meewerkt. ,,Die persoon moet wel een Zaandijker zijn.”
Vol enthousiasme kan hij naar eigen zeggen praten over de Zaandijkersluis, maar de tijd dringt. De volgende klussen wachten. Het tuinafval moet weg. Buiten staat de groene container klaar om gevuld te worden met takken en bladeren. En als dat gedaan is rijdt hij naar Dordrecht om waar te nemen voor een collega. Al met al heeft zijn tomeloze inzet gezorgd voor het behoud van de sluis.
Willem Croese