Ik weet nog goed, dat wij als jonge knapen, onze eigen manier hadden om de bevrijders te bedanken dat zij gekomen waren. Dat geschiedde onder leiding van Rob Boom, die woonde op de hoek van de Parallelweg en de Krokusstraat. Hij had thuis heel veel karton verzameld en daarop letters aangebracht en per letter gingen wij ze uitknippen. Achter elkaar gelegd stond er ’thank you, liberators’. De letters werden vastgemaakt, met grote tussenruimtes, aan een heel lang touw, dat hij ergens had georganiseerd. Eén van ons is in een lantaarpaal geklommen aan de naastliggende Provincialeweg en het touw op flinke hoogte, dachten wij, om de paal geknoopt.
Rob is daarna via het bruggetje bij boer Kraaij de spoorberm ingedoken en hield pas stil toen hij tegenover ons stond aan de andere kant van de spoorvaart. Wij moesten het losse uiteinde van het touw over de spoorvaart naar hem toegooien, maar dat lukte niet meteen. Toen wij het uiteinde hadden verzwaard met een dikke tak, kon Rob het touw aan de andere kant vastpakken. Hij is toen een stukje in een spoorboog geklommen en heeft daar het touw vastgemaakt. Het touw hing met een grote boog over de spoorvaart, fietspad en de rijweg naar de lantaarnpaal toe aan de andere kant van de Provincialeweg. Dat had Rob had toch maar weer geflikt!
Uren later kwamen de eerste colonnes militairen vanuit de richting Zaandam, de laadruimtes volgepakt met enthousiaste militairen, die wuifden naar de mensen langs de kant. De militairen hadden baretten op, ik vermoed dat het Engelsen of Canadezen waren, want de Amerikanen hadden een capi op hun hoofd..
De eerste auto naderde ons welkomstdoek, maar wat bleek? Het touw kwam bij vele militairen tegen hun hoofd omdat het touw te laag hing en de eerste baretten vlogen door de lucht! Eén van ons is toen vlug in de lantaarnpaal geklommen en heeft het touw veel hoger vastgemaakt.
De auto’s stopten en voor de zekerheid zijn wij toch maar hard weggelopen!