Herinneringen aan Pieter Jaapies in en kort na de Tweede Wereldoorlog, toen Frans de Waal in de Leliestraat naast hem woonde. Pieter Jaapies overleed, 84 jaar oud, in Bergen op 27 maart 1994.
Pieter Jaapies ontving de onderstaande onderscheidingen:
Ridder in de Orde van Oranje Nassau
De Bronzen Leeuw en het Vliegerkruis als Koninklijke dapperheidsonderscheidingen
Het Oorlogsherinneringskruis met 4 gespen [1.Ned.Marine, 2. oorlogsvlieger 1940-1945, 3.Slag om de Java-Zee, 4. Oost-Azië, South Pacific]
Het Officierskruis met het cijfer XX [20 jaar officiersrang naar volle tevredenheid]
Hij kreeg zijn Vliegerkruis met Eervolle Vermelding voor onderstaande feiten:
“Als commandant van Vliegboot X35 van Hr.Ms.Marine Luchtvaartdienst had Piet Jaapies gedurende twee achtereenvolgende maanden blijk gegeven van groote bekwaamheid, tactisch inzicht, initiatief, hoog moreel, grote plichtsbetrachting en uithoudingsvermogen bij talrijke verkenningsvluchten boven vijandelijk gebied en meer in het bijzonder:
ten eerste: tijdens een succesvol luchtgevecht met een Japansch verkenningsvliegtuig op 19 december 1941,
ten tweede:bij de verkenning ten behoeve van Hr.Ms.Onderzeeboot “K14″ op 23 december 1941, waarbij een vijandelijke transportvloot periodiek werd verkend en den strijd met vijandelijke jachtvliegtuigen werd aanvaard, teneinde de onderzeeboot gelegenheid te geven ongemerkt op te stomen”, ten derde: door de in laatst bedoelde gevecht de zwaar beschadigde vliegboot behouden naar de basis te brengen.” Overigens, tijdens de actie, die de onderzeeboot K14 uitvoerde, werden twee Japanse transportschepen tot zinken gebracht en één zwaar beschadigd.
Toen de oorlog uitbrak woonde ik, met vader, moeder en broer Cor, op de Leliestraat 56, Koog Bloemwijk. Pieter Jaapies woonde samen met zijn vrouw Elisabeth Jaapies-Buitenhuis naast ons, op nummer 54.
Mei 1940
U kent dat tussen buren: af en toe een praatje over de heg, maar Piet had het nooit over bindingen met de Koninklijke Marine. Op 12 mei 1940 werd dat anders. Pieter stond plotseling in een keurige marine-outfit in de deuropening, met een grote plunjezak overéén van zijn schouders.
Zijn vrouw, familie en natuurlijk wat buren, deden hem uitgeleide naar station Koog Bloemwijk. Hij zei niet waar hij naar toe ging, dat was geheim, maar het zou dus IJmuiden of Den Helder geweest kunnen zijn. Wel vertelde hij, dat hij vanuit zijn oorlogsbestemming zou oversteken naar Engeland. Dat zou ’s nachts gebeuren, want met die Duitse vliegtuigen in de lucht was overdag geen optie.
Ik begreep, dat het wel eens een afscheid zou kunnen zijn voor langere tijd en dat bleek later ook:pas in 1945 kwam hij weer terug. Al die jaren werd zijn vrouw door het Rode Kruis, weliswaar mondjes-maat, voorzien van berichten over Piet’s gezondheid, maar praktisch niet over waar hij was en wat hij deed.
Waar hij was en wat hij deed? Dat kwam pas na de oorlog naar voren, toen ik inzage kreeg in o.a. zijn conduite-staat; moed, beleid en trouw waren zijn uitgangspunten en die kwalificaties kwamen tot uitdrukking in de vele onderscheidingen, die hij in ontvangst mocht nemen. Piet is op een gegeven ogenblik als Luitenant-ter-zee der tweede klasse van de Koninklijke Marine (Reserve) commandant geworden van Vliegboot X 35 van de Marine Luchtvaartdienst en opereerde in de South Pacific in strijd tegen de Japanners.
Mei 1945
Het was op een mooie zaterdag- of zondagmiddag begin mei 1945, dat wij, buiten spelend, een zwaar gebrom hoorden, dat langzaam dichterbij kwam uit zuidoostelijke richting. Het was een vliegtuig, gecamoufleerd in groene en blauwe kleuren, dat boven de Leliestraat verscheen en rondjes ging draaien, steeds lager. Plotseling ging een raampje in de cockpit open, dat kon toen nog, en er werd wat naar buiten gegooid . Op de vlucht naar beneden werd het alsmaar langer en het zweefde boven de Leliestraat richting spoorvaart, waar het vlakbij het bruggetje, in het water viel.
Allemaal daar naar toe rennen, natuurlijk, en het bleek een grote rol verband te zijn, die tijdens de vlucht was afgerold. Aan het einde zat een grote veiligheidsspeld, waaraan vastgemaakt een briefje, gericht aan Piet’s vrouw: “Ik kom snel terug” of iets dergelijks stond er op geschreven. In optocht ging het naar nummer 54, maar helaas, zij was net op de fiets vertrokken naar Wormerveer.
Piet’s thuiskomst was natuurlijk een groot feest. Alle buurmannen mochtenéén vooréén, op afspraak, bij hem op visite komen en hem gelukwensen met zijn terugkeer in het dorp. Ze kregen allen een pakje Engelse sigaretten kregen van hem. Een hemels geschenk in die tijd!
Na de oorlog
De euforie ging voorbij en in de jaren daarna zijn Piet en zijn vrouw verhuisd naar Gilze Rijen, waar Piet commandant werd van de vliegbasis aldaar. Door verhuizingen etc. raak je elkaar kwijt. Wel is mij verteld dat hij in de negentiger jaren op hoge leeftijd is overleden, jaren nadat hij in het Zeemanshuis van de Prins Hendrik Stichting in Egmond aan Zee zijn onderdak had gevonden. Nooit heeft Piet over zijn oorlogservaringen iets verteld.