Dit verhaal speelde zich af rond 1942/1943. Ik zat op de ULO-school in Zaandijk en op een ochtend kreeg onze klas een paar les-uren vrij. Wat gaan we doen? Eén van ons zei: ‘ik weet een molen aan de Zaan en bovenin staan wat zakken cacaobonen en dan kunnen we wat gaan “snaaien”. Ik denk nog steeds dat dit voorstel afkomstig was van Kees Grootes, die destijds in Westzaan woonde en wiens familie een cacaofabriek hadden.
Zo gezegd, zo gedaan. Over de Julianabrug sloegen wij linksaf, een smal pad op, dat langs de Zaan voerde. Er was toen nog geen Zaanse Schans. We passeerden verderop wat molens, toen onze gids zei: “hier is het”.
Het staat mij nog bij, dat wij niet door de deur naar binnen konden, maar door een luik, dat zich op zo’n één meter hoogte bevond. Een van ons ging bok staan en wij kropen via zijn handen en schouders naar boven en openden het luik. Vandaar liepen wij via houten trappen naar boven en jawel, in de nok van de molen lagen wat zakken met cacaobonen opgestapeld. Ik geloof niet dat ik de bonen lekker vond, er zat een bittere smaak aan.
Wij waren zo wat een half uurtje binnen en zaten wat te praten, toen er beneden luid op de deur werd gebonsd. We hielden ons stil maar de toon van degenen, die beneden stonden, klonk nogal dreigend. “Naar beneden komen, politie”, werd er geschreeuwd. We besloten tenslotte dat bevel maar op te volgen en gingen via de trappen naar beneden. Behalve één! Die verschool zich achter de zakken en hield zich muisstil. Weer denk ik dat het onze ‘gids’ Kees Grootes was, die achterbleef. De politie wist kennelijk niet met hoeveel man wij waren.
Via het luik sprongen wij naar buiten en daar stonden twee politieagenten op ons te wachten. Later bleek, dat de molen, waarin wij ons hadden bevonden, tegenover het politiebureau aan de overkant van de Zaan lag. Pech, dus! Op het pad moesten wij twee aan twee gaan staan. Een politieagent ging op de fiets aan de kop van het pelotonnetje rijden, de andere reed achter ons. “Looppas” klonk het, en daar gingen wij, bij Oenen linksaf richting het politiebureau. Achteraf bezien trokken wij nogal wat belangstelling onderweg!
Ik herinner me dat we in het politiebureau op verschillende plekken ‘in de hoek’ moesten gaan staan. Na enige tijd werden we opgehaald en kregen allemaal een lange spijker in onze handen gedrukt. Buiten kregen wij het bevel om het gras en onkruid tussen de trottoirtegels rond het politiebureau met de spijkers te verwijderen, hetgeen een echte hondenbaan was! Ik denk dat wij na een uur weer naar school mochten gaan en daar hadden we wel een en ander uit te leggen!