Piet-Hein Zijl, opgegroeid in Rooswijck, omschreef het als volgt. Van de resterende maagdelijke weilanden en sloten, en dus van onze ijsaan, onze speeltuin, ons roeilabyrint, ons ‘stenen gedoetje’ bij het riool van de Bullebak eind Pieter Visstraat, onze vuilnisbelt.