Historische Vereniging Koog-Zaandijk

Mevrouw Geertruida Pel-Groot

Wim Swart schreef in zijn artikel “Zaandamse joden worden als eersten naar Amsterdam verdreven” onder andere over Mevrouw Geertruida (Geertje) Pel- Groot van de Prins Hendrikstraat 139. Geertje Pel was met haar man Wijbrand, een ouwelfabrikant* , lid van de Zaandamse Werkgemeenschap van Quakers en Doopsgezinden (WQD), die op 20 maart 1940 onder leiding van Cor Inja was opgericht. Over deze moedige vrouw gaat mijn blog.

ouwelfabrikant= Het meel, door ouwelfabrijkanten gebezigd, ouwel is een dun, plat gebak van blank, ongezuurd tarwemeel, gewoonlijk helder wit (soms ook gekleurd).

Wie was mevrouw Pel-Groot
Mevrouw Pel-Groot, een weduwe met vier kinderen, haar man was inmiddels overleden, besloot in 1942 de 6 weken “oude” Joodse baby Marion (Map) Swaab uit Amsterdam in huis te nemen. De vader van Marion Swaab was naar Zwitserland gevlucht, de moeder zat gevangen in een concentratiekamp. Het ging goed, totdat in februari 1944 een foute politieman, die in de buurt woonde, de aanwezigheid van de baby aan de Sicherheitsdienst (SD) doorgaf. Op nummer 130 van de Prins Hendrikstraat woonde politieman Hendrik van der Kraan. Hij was werkzaam bij het bureau Joodsche Zaken van de Sicherheitsdienst in Amsterdam. Vermoedelijk was hij degene die mevrouw Pel verraadde.

Mevrouw Pel-Groot kreeg een schriftelijk bevel om zich met het kind te melden bij de gevangenis aan de Weteringschans in Amsterdam. En mevrouw Pel ging. Ze ging, zichtbaar voor iedereen, die wenste te kijken, met de baby in de kinderwagen samen met haar dochter Trijntje op weg naar Amsterdam. Op de Zuiddijk namen moeder en dochter afscheid van elkaar. Moeder gaf haar dochter de kinderwagen en de baby mee. Zelf ging ze naar Amsterdam. Haar dochter bracht de baby naar een nieuw onderduikadres, naar het echtpaar Keijzer, Westzanerdijk 143 in Zaandam. Marion Swaab verbleef hier enkele maanden. Hierna werd ze ondergebracht bij een ander onderduikadres, bij de familie Brand in de Jordaan in Amsterdam. Marion en haar ouders hebben de oorlog overleefd. Het gezin Swaab emigreerde naar de Verenigde Staten.

Mevrouw Pel-Groot meldde zich bij de Sicherheitsdienst in Amsterdam en werd in het concentratiekamp in Vught ondergebracht. Vanwege Dolle dinsdag (5 september 1944) werd ze naar Duitsland vervoerd en kwam niet terug. Haar kinderen, die na de arrestatie niets meer van haar hadden vernomen, hebben aangenomen, dat zij voorjaar 1945 op 56-jarige leeftijd werd vergast in Ravensbra¼ck.

Mijn overpeinzingen
“Waarom ging mevrouw Pel-Groot naar Amsterdam om zich te melden?”, dat is de vraag die me bezighoudt. Waarom ze de baby niet meenam is me duidelijk. Een onschuldige baby, die je in 1942 in huis hebt genomen, juist om haar tegen de Duitsers te beschermen, ga je niet twee jaar later vrijwillig aan de bezetters overleveren.

Waarom Mevrouw Pel-Groot zich zelf wel ging melden bij de SD, is mij minder duidelijk. Heeft ze onderschat welke gevolgen dit voor haar zou kunnen hebben? Was ze bang dat haar vier kinderen in gevaar zouden komen, wanneer ze zich niet meldde? Of was het voor volwassenen veel moeilijker om een onderduikadres te vinden? Op het moment dat ik denk dat deze vraag nooit beantwoord zal worden, de moedige mevrouw Pel-Groot is niet teruggekomen, lees ik in “Ik heb een heel tijdje niets van me laten horen” dat Geertje Pel voordat ze naar Amsterdam ging bij Cor Inja langs was geweest en wel degelijk een mogelijkheid had om onder te duiken.

Cor Inja beschreef in zijn naoorlogse dagboek dit bezoek:
“Door onder te duiken bracht ze andere mensen in gevaar”. Moeder Pel wilde dat niet en was niet van haar plan af te brengen.

Geertje Pel-Groot werd op 20 februari 1945 in Ravensbra¼ck vergast. Ze was een hele moedige vrouw met een groot verantwoordelijkheidsgevoel.

Bronnen:
Zaanstreek in bezettingsjaren/ Wim Swart
“Ik heb een heel tijdje niets van me laten horen”: Joden in de Zaanstreek (1940-1945) / Pim Ligtvoet
VerBezetting aan de Zaan / A. Kat e.a.

Genoemde boeken zijn te leen in De Bieb.