Historische Vereniging Koog-Zaandijk

Verzetsgroep Stijkel

De Stijkelgroep was mogelijk de eerste verzetsgroep tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze groep is genoemd naar Drs. Johan Aaldrik Stijkel (Rotterdam, 8 oktober 1911- Berlijn Tegel, 4 juni 1943). Zijn pseudoniem was Dr. Eerland de Vries. Waarschijnlijk werd de groep pas tijdens het proces door de Duitsers Stijkelgroep genoemd en was het voor die tijd helemaal geen groep, maar losse, verspreide cellen.

Drs. Johan Aaldrik Stijkel
Na de capitulatie van Nederland zocht Stijkel contact met leidende politieke en militaire personen om een organisatie te vormen en alle andere organisaties onderéénhoofdige leiding te stellen. Han Stijkel besloot om zelf nieuwe instructies van de regering in Londen te verkrijgen en spionagemateriaal over te brengen. Via een politieorganisatie kwam hij in contact met de gebroeders Willem en Arie van der Plas uit Katwijk. Deze Katwijkers hadden een motorbotter, de KW133 “Eendracht”. Binnen de politieorganisatie die de KW133 geregeld had, waren er ook verraders. Toen Han Stijkel, Cornelis J. Gude en Jean C. Baud op 2 april 1941 de haven van Scheveningen wilden uitvaren, werden ze gearresteerd. Later bleek dat Van Dam en Wezel de groep hadden verraden.

Willem en Arie van der Plas
Willem van der Plas (rechts) werd geboren in Katwijk aan Zee op 22 augustus 1896 en was visser. Samen met zijn broer Arie van der Plas (18 april 1899 te Katwijk aan Zee, was zeevisser) zou hij Stijkel en Gude naar Engeland brengen. Ze werden gearresteerd op 4 april 1941. Willem van der Plas heeft in het Oranjehotel gezeten in cel 477, 481 en 40 totdat hij en zijn broer werden vervoerd naar Duitsland op 23 maart 1942. Ze werden op 4 juni 1943 te Tegel bij Berlijn gefusilleerd.

De KW133 “Eendracht”, hier te zien voordat de oorlog uitbrak. In ’48 is de botter naar Urk gegaan en heeft daar nog gevaren onder de nummers: UK135, UK65, UK160 en UK112. (Foto: J. van Welie)

Een Katwijkse botter
In totaal werden 43 personen gearresteerd, onder wie vier 4 vrouwen. Deze verbleven van 10 april 1941 tot en met 26 maart 1942 in het Oranjehotel. In het Oranjehotel deelde Han Stijkel een cel met Willem Harthoorn. In zijn boek Verboden te sterven beschrijft Harthoorn zijn eigen gevangenschap in het Oranjehotel en concentratiekampen en daarmee het laatste halfjaar van Han Stijkels leven in Nederland.

Berlijn
Op 26 maart werd de hele Stijkelgroep overgebracht naar Berlijn. Hier werden ze geïnterneerd in een drietal gevangenissen, namelijk de Wehrmachtuntersuchungsgefängnis aan de Lehrterstrasse 3 te Berlijn, Untersuchungshaftanstalt Moabit en Untersuchungs-gefängnis Charlottenburg. In september 1942 kwam het tot een proces voor het hoogste Militaire Gerechtshof (Het Reichskriegsgericht). De aanklacht luidde: spionage en toebrengen van schade aan de Duitse Wehrmacht. Het proces vond in het geheim in Berlijn plaats. Op 26 september 1942 werden de doodvonnisen van 39 leden van de groep bekend gemaakt. Zes leden van de groep kregen uiteindelijk gratie. Zij kregen een tuchthuisstraf opgelegd. 1 lid van de groep was overleden in de gevangenis.

Slechts 3 vrouwen en 1 man van deze verzetsbeweging overleefden de verschrikkingen van de Duitse concentratiekampen: Martine S. van Deth (5 januari 1899 Brussel- 29 februari 1980 Den Haag), Mevr. Wesselina van Hinte-de Bruin (4 oktober 1888- 28 december 1977) uit Zaandam, Mevr. Hendrikje R. Lotgering-Hillebrand ( 22 maart 1891 Meppel- 1 maart 1984 Amsterdam) en Hilko Glazenburg.

Op 4 juni 1943 werd in Tegel voor 32 ter dood veroordeelden het vonnis voltrokken. Met tussenpozen van vijf minuten werden ze op een schietbaan in Tegel gefusilleerd. Han Stijkel werd als eerste omgebracht. Harald Poelchau, de gevangenispredikant, steunde de Stijkelgroep in deze moeilijke tijd. Hij was zeer onder de indruk van de houding van de Nederlanders.

Na de oorlog was het lot van de Stijkelgroep in Nederland niet zeker. De Duitsers hadden alles in verband met de groep geheim gehouden. De geëxecuteerde leden van de groep bleken begraven te zijn op een begraafplaats in de Russische sector van Berlijn. In juni 1947 werden de lichamen naar Nederland overgebracht. Onder zeer grote belangstelling werden de leden van de Stijkelgroep herbegraven op de begraafplaats Westduin in Den Haag.

De verraders van Dam en Wezel zijn in 1949 berecht. Tegen hen werd de doodstraf geëist. Bij de uitspraak werd deze gewijzigd in 20 jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest.

De gevangenis aan de Lehrterstrasse te Berlijn. (Foto: Dagblad voor de Zaanstreek 1949 no.1297 – Middels: D. Zwart)

Herdenkingsdienst in Den Haag
Op 1 augustus 1947 vond een plechtige herdenkingsdienst plaats in de Grote- of St. Jacobskerk te Den Haag voorafgaande aan de herbegrafenis van de 33 leden van de Stijkelgroep op de begraafplaats Westduin. Deze herbegrafenis was mogelijk doordat de stoffelijke overschotten uit Berlijn waren overgebracht naar Nederland. Voor 10 omgekomen leden, waarvan geen stoffelijk overschot is teruggevonden, is eveneens een kruis geplaatst. Sinds de herbegrafenis is het eregraf van de Stijkelgroep gevestigd op de begraafplaats Westduin. Aanvankelijk bestond dit eregraf uit houten kruizen. Vervolgens is, door gezamenlijke inspanning van de Gemeente Den Haag en de nabestaanden van leden van de Stijkelgroep, het eregraf uitgebreid met een monument in siermetselwerk met daarop een kalkstenen gedenkplaat met alle namen van de overleden leden en daarvoor een kalkstenen beeldje, centraal gepositioneerd tussen de 43 kalkstenen kruizen. Dit monument werd in een besloten bijeenkomst van de nabestaanden in 1953 onthuld door de toenmalige burgemeester van Den Haag, de heer F.M.A. Schokking, in aanwezigheid van Ds. Harold Poelchau, gevangenispredikant uit Berlijn.

 

Zaankanters in de Stijkelgroep

Dick de Vries is geboren op 10 juni 1915 te Koog aan de Zaan, gefusilleerd op 4 juni te Berlijn tegel. Hij is op 28 april 1941 gearresteerd en heeft negen maanden in het Oranjehotel gezeten. Hij werkte bij Fokker. 

Ir. Hilko Glazenburg (4 november 1915, Zaandam - 23 februari 2005, Haarlem). Hij behoorde tot een van de vier leden van de stijkelgroep die de verschrikkingen van het gevangenschap in Duitsland heeft overleefd. Hij verbleef onder andere in het concentratiekamp Sachsenhausen. Hij heeft zich lange tijd ingezet voor de Stichting Eregraf Stijkelgroep, zat in de jaren zestig van de vorig eeuw in de Raad van Bestuur van Albert Heijn. Zijn neef Berend Glazenburg treft nu voorbereidingen voor een boek over de Stijkelgroep.

Hendrik Ero (Zaandijk, 10 juli 1886- Berlijn-Tegel gefusilleerd op 4 juni 1943) en zijn vrouw Louise Ursula Ero-Chambon (Sanillac Frankrijk 11 februari 1891- concentratiekamp Ravensbra¼ck, 1 januari 1945). Zij hadden 2 dochters en een zoon. Lees ook Hendrik Ero en Louise Ursule Ero-Chambon

Evert Honig (9 november 1914 Koog aan de Zaan, gefusilleerd 4 juni 1943 te Berlijn-Tegel), gehuwd, heeft in het Oranjehotel gezeten van 25 april 1941 tot 25 maart 1942. Meindert Honig (1900), zijn tweelingbroers Cornelis ('Kees') Johan en George Nicolaas (1905) en hun neef Evert Honig jr. vormden samen de directie van Stijfselfabriek de Bijenkorf v/h M.K. Honig in Koog aan de Zaan. Evert was lid van de anti-fascistische Stijkelgroep en werd op 4 juni 1943 in Berlijn-Tegel gefusilleerd. Zijn naam staat vermeld op het monument in het Zaanlands Lyceum te Zaandam, dat is opgericht ter nagedachtenis aan de leraren en (oud-)leerlingen die tijdens de bezettingsjaren door oorlogshandelingen zijn omgekomen. Ook staat zijn naam vermeld op een gedenkplaat in de fabriek De Bijenkorf in Koog aan de Zaan, samen met twee andere gefusilleerde Stijkelgroepleden, t.w. Pieter Smit en Jan Groot.

Jan Groot (Wormerveer, 5 maart 1893-gefusilleerd 4 juni 1943 te Berlijn-Tegel), was hoofdboekhouder bij De Bijenkorf in Koog aan de Zaan. Ook was hij van 1916 tot en met 1936 bestuurslid van de korfbalvereniging Koog Zaandijk, waarvan 17 jaar voorzitter. In de gang van het clubhuis op het huidige sportpark aan de Wezelstraat hangt een gedenkplaat, een in memorium aan Jan Groot, erevoorzitter. Hij werd op 25 April 1941 gearresteerd wegens spionage en sabotage. Jan Groot zat in het Oranjehotel tot 15 maart 1942.

Pieter Adrianus Smit (Koog aan de Zaan 25 september 1913 - Gefusilleerd 4 juni 1943 te Berlijn-Tegel) was machinebankwerker, constructeur Hij behoorde tot de Zaanse afdeling van de Stijkelgroep en verrichtte spionage in de stellingen IJmuiden en Den Helder. Hij heeft in het Oranjehotel gevangen gezeten vanaf 26 april 1941. Op 26 maart 1942 is hij vervoerd naar Berlijn.

Jan van Hinte (20 maart 1890 te Purmerend, overleden vermoedelijk in mei 1943 Sonnenburg bij Ka¼strin, touringcarondernemer). Hij was behalve lid van de Stijkelgroep ook lid van Vrij Nederland. Wegens spionage werd hij op 28 april 1941 gearresteerd. Van Hinte heeft tot in november 1941 in het Oranjehotel gezeten. Vervolgens werd hij vervoerd naar Berlijn, Sachsenhausen, Oranienburg en Bergen-Belsen. Daarna is zijn lot niet met zekerheid vast te stellen.

Jacobus C. Thomas (21 augustus 1909 te Utrecht, gefusilleerd op 4 juni 1943 te Berlijn-Tegel) was van beroep hotelhouder, zat in het Oranjehotel van 5 mei 1941 tot 1 maart 1942 in de cellen 523, 339 en 767.

Pieter H. de Jong (6 november 1912 in Heemstede, gefusilleerd op 4 juni 1943 te Berlijn-Tegel).



Jan Neuteboom (25 april 1903 te Hoorn, gefusilleerd op 4 juni 1943 te Berlijn-Tegel) was van beroep procuratiehouder. Hij zat in het Oranjehotel van 25 april 1941 tot 26 maart 1942 in cel 583).

Deze plaquette is geplaatst in de Stijfselfabriek De Bijenkorf te Koog aan de Zaan ter herdenking aan drie leden van de Stijkelgroep, Evert Honig, Jan Groot en Piet Smit.

Op het monument in het Koogerpark staan de namen van de overleden leden van de stijkelgroep uit Koog aan de Zaan en Zaandijk gememoreerd. Ze worden jaarlijks op 4 mei, met andere gevallenen, herdacht.

Bronnen:
Jeroen Breeuwer,
Katwijk in oorlog en Stijkelgroep.
In deze bajes/ K. de Fries
Verboden te sterven/ Willem Harthoorn
Jubileumuitgave KV Koog-Zaandijk 100 jaar